Opiniestuk Öztürk: Den Haag zoekt jaknikkers

De PvdA als discussiepartij is gisteren, voor zover dat niet al veel eerder is gebeurd, definitief ten grave gedragen. De allergie van de PvdA-top voor onafhankelijke en principe gedreven volksvertegenwoordiging bleek haarfijn uit het uitgelekte bericht, waarin het partijbestuur Kamerleden maande om terughoudend te zijn met het voeren van interne partijdiscussies. Voordat dit bericht uitkwam, zagen we een ander voorbeeld van de tentakels van partijbesturen die zich steeds strakker om de halzen van volksvertegenwoordigers klemmen. Want verschillende partijen gaan, zo konden we lezen, hun nieuwe Kamerleden strenger screenen. De VVD eist bijvoorbeeld een Verklaring Omtrent het Gedrag. De SP stelt een adviseur aan en de PvdA wil dat kandidaat-Kamerleden honderd handtekeningen van PvdA-leden verzamelen en partijklasjes gaan volgen. Naast het kapotmaken van de interne democratie binnen partijen, is een ‘jaknikkerselectie’ aan de voorkant dus een andere tactiek van partijbesturen, om de teugels stevig in handen te houden en uiting te geven aan hun vrees voor een verdere versplintering van hun politieke macht.

Het idee is natuurlijk leuk voor de dominante partijen. Van te voren zekerheid creëren dat Kamerleden hun termijn vol maken en trouw blijven aan de partijtop. Maar daarmee wordt wel een schijnwerkelijkheid gecreëerd. Mensen stellen zich idealiter namelijk kandidaat voor het Kamerlidmaatschap, omdat ze zichzelf kunnen vinden in de ideeën en opvattingen van een partij. Maar wat veel kiezers allang weten, is dat die partijen zich vaak niet aan hun woord houden. Na de verkiezingen veranderen partijen nog al eens van standpunten. En dat is nou juist de oorzaak dat Kamerleden, voor het einde van hun termijn, hun partij verlaten. Daarom is screenen voor dominante partijen een verleidelijke tactiek. Het risico dat de vuile was buiten wordt gehangen, wordt er namelijk behoorlijk door gereduceerd. Ook afsplitsingen moeten met de regelingen voorkomen worden. Dit terwijl afsplitsingen hét symbool zijn van de morele plicht om de niet-gehoorde achterban te vertegenwoordigen. Afsplitsers zijn daarom juist democraten pur sang, omdat zij deze niet-gehoorde achterban weer een stem geven. 

De PvdA valt het hardst door de mand. De PvdA heeft, doordat deze partij fungeert als linker zijspan van de VVD, enorm veel steun verloren. Het is eigenlijk een kunst dat een partij van 38 zetels tijdens de Tweede-Kamer verkiezingen van 2012, naar 8 zetels duikelt in de peilingen. Wanneer we dit in het achterhoofd houden en vervolgens een blik werpen op de nieuwe verplichting voor kandidaat-Kamerleden van de PvdA, mogen we toch wel stellen dat de PvdA volstrekt contraproductief te werk gaat. Want in plaats van het electoraat serieus te gaan nemen en Kamerleden méér de wil van de achterban te laten vertolken, kiest deze partij  dus voor het selecteren van partijvertegenwoordigers in plaats van volksvertegenwoordigers.

Met dergelijke regelingen worden Kamerleden gedegradeerd tot jaknikkers. De regelingen impliceren immers dat iemand niet bij een partij op de lijst komt, omdat hij of zij een goede volksvertegenwoordiger zal zijn. Nee, de regelingen impliceren dat iemand op de lijst komt bij een partij, omdat hij of zij zonder tegenspraak de koers van de partijtop zal volgen en niet zal afsplitsen. Zó willen de dominante partijen dat de Nederlandse democratie dus werkt anno 2016: de Grondwettelijke bepaling dat een Kamerlid stemt zonder last, is in de praktijk omgevormd tot ja knikken. Nieuwe Kamerleden worden op deze wijze partijvertegenwoordigers in plaats van volksvertegenwoordigers. Afsplitsingen en moeilijke discussies worden voor dominante partijen op deze wijze misschien wel vermeden, maar we moeten ons wel afvragen of deze werkwijze goed is voor het vertrouwen in onze democratie en voor de representativiteit van onze volksvertegenwoordiging. Maar gelukkig hebben we daar nieuwe partijen voor. 

21-05-2016 Door: Selcuk Ozturk (Kamerlid DENK)