Het kabinet houdt dit jaar minder geld over dan voorzien, waardoor ook de staatsschuld iets minder daalt dan verwacht. Door de zwakkere economische vooruitzichten haalt de overheid minder belastingen op dan eerder werd geraamd. Maar dankzij meevallers in de uitgaven heeft minister Wopke Hoekstra (Financiën) toch ruimte om her en der extraatjes uit te delen, blijkt uit de Voorjaarsnota.
“We kunnen extra geld uitgeven aan belangrijke zaken”, zegt Hoekstra. “Dat is goed voor de samenleving en we kunnen het betalen zonder extra schulden te maken”
Het kabinet ging vorig jaar op Prinsjesdag nog uit van een economische groei voor 2019 van 2,6 procent. Die raming is bijgesteld naar 1,5 procent, een niveau dat volgens het Centraal Planbureau (CPB) op de lange termijn gebruikelijk is voor de Nederlandse economie. Ook de werkloosheid lijkt iets hoger uit te komen dan in september werd gedacht. Die wordt nu geraamd op 3,8 procent.
Totale omvang
Het begrotingsoverschot blijft daardoor steken op 0,9 procent, een fractie lager dan aanvankelijk geraamd. Het lukt daardoor bij nader inzien net niet om de staatsschuld terug te dringen tot minder dan de helft van de totale omvang van de Nederlandse economie. De schuld komt uit op 50,1 procent.
Lager dan verwachte zorguitgaven, rentelasten en EU-afdrachten, en hogere winstuitkeringen door staatsdeelnemingen, zorgen aan de andere kant samen voor 1,5 miljard euro aan meevallers. Ondanks de minder gunstige economische ontwikkelingen mag dat geld volgens de begrotingsafspraken elders worden besteed.
De extra uitgaven en investeringen die het kabinet in de Voorjaarsnota aankondigt, bevatten weinig verrassingen meer. Eerder lekte al uit dat honderden miljoenen extra worden gestoken in onder meer klimaatbeleid, jeugdzorg, defensie, onderwijs en rechtspraak. Ook is extra geld beschikbaar om de gaswinning in Groningen sneller terug te schroeven dan vorig jaar al was gepland.