SGP-fractieleider Kees van der Staaij die Timmermans ter verantwoording had geroepen, sprak van ‘Israël-bashen’. De bewindsman laat zich voor het karretje spannen van anti-Israël-activisten, want de maatregel kan niet anders worden gezien dan een opmaat tot een boycot, stelde hij.
 
Bovendien zou de minister zich moeten bezighouden met het vredesproces en niet met het ‘brandmerken’ van producten uit Israëlische gebieden. PVV’er Raymond de Roon liet zich harder uit. Het kabinet ‘verraadt’ Israël met dit plan. “Het is een dolkstoot in de rug van Israël.” Joël Voordewind (ChristenUnie) sprak van een ‘klap in het gezicht van Israël’.
 
Deze woorden brachten Timmermans niet van zijn stuk, al riep hij wel op om de discussie ‘zakelijk’ te voeren. Hij herhaalde dat het gaat om eerlijke voorlichting aan consumenten. “Het is doodsimpel. De nederzettingen liggen niet in Israël dus op de producten mag niet staan dat ze komen uit Israël.” De minister wees erop dat het vorige kabinet hier al mee heeft ingestemd.
 
SP-leider Emile Roemer vroeg Timmermans om dit beleid dan ook uit te dragen als het om ander omstreden gebieden gaat, zoals de Westelijke Sahara. “U heeft een punt”, antwoordde Timmermans. Op producten uit dat gebied mag evenmin staan dat ze zijn geproduceerd in Marokko. Hij beloofde dit in Europa aan te kaarten.