Honderden agenten werken onder invloed van pillen die
concentratieverlies en sufheid veroorzaken. Onderzoekers van de Politieacademie spreken van ‘een serieus veiligheidsprobleem’. Dat staat in het boek Onder Spanning van journalist Joost van der Wegen, dat vrijdag verschijnt.
Een derde van de duizend patiënten die de afgelopen jaren werden behandeld bij de Politiepoli, het landelijke psychologisch centrum voor politiemensen, slikte medicijnen als antidepressiva en slaappillen omdat ze aan posttraumatische stressstoornis (PTSS) lijden.
Het werkelijke aantal politiemensen dat dergelijke medicijnen slikt ligt vermoedelijk veel hoger, aangezien slechts een klein deel zich laat behandelen in de Politiepoli.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat ruim zeven procent van alle politiemensen kampt met de symptomen van PTSS. In Nederland werken 55 duizend mensen bij de politie, en zou het dus kunnen gaan om vierduizend politiemensen. Bijvoorbeeld fatale ongelukken, zelfmoorden, of mislukte reanimaties bezorgen agenten trauma’s. Als ze die niet goed verwerken kunnen ze PTSS ontwikkelen.
Van der Wegen beschrijft in zijn boek hoe tientallen politieagenten met trauma’s overwegen zelfmoord te plegen, of dat soms zelfs doen. Onduidelijk is of dit bij de politie vaker voorkomt dan gemiddeld. De politie is bezig met een onderzoek naar de motieven achter een dozijn zelfmoorden bij collega’s, staat in Onder Spanning.
PvdA-Kamerlid en oud-politieman Ahmed Marcouch heeft Kamervragen gesteld over de kwestie aan minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD). Hij wil weten of de minister het ook zorgwekkend vindt dat veel agenten hun werk versuft doen en of het gebruik van medicijnen door politiemensen inderdaad een serieus veiligheidsprobleem is. Ook wil hij weten hoe Opstelten dit probleem gaat oplossen.
2013-11-21 16:09