Vier Ibn Ghaldoun-verdachten in hoger beroep

Vier van de elf jongeren die veroordeeld zijn voor de examenfraude op het Ibn Ghaldoun gaan in hoger beroep. Dat meldt de rechtbank in Rotterdam vrijdag. Onder hen zijn Anass B. en Kamal el. B., twee van de drie hoofdverdachten. Het Openbaar Ministerie gaat niet in hoger beroep.

Ook de enige veroordeelde minderjarige verdachte, de 16-jarige Saliha K. gaat in hoger beroep. De vierde verdachte in de zaak die zich niet neerlegt bij het oordeel van de rechtbank is Hedayatullah A. De verdachten konden tot donderdag hoger beroep aantekenen. Zeven van hen hebben dat volgens de rechtbank niet gedaan.

Kamal el B. en Anass B. werden veroordeeld tot een maand cel en een taakstraf van 170 uur. Met aftrek van hun voorarrest hoefden zij de cel niet meer in. Saliha K. en Hedayatullah A. kregen werkstraffen van respectievelijk zestig en 130 uur.

De derde hoofdverdachte, Safae K., gaat niet in hoger beroep tegen haar straf, zegt haar advocaat Guy Weski. “Mijn cliënt wil zo snel mogelijk dit achter haar laten en haar leven weer oppakken.” Ook zij werd veroordeeld tot een taakstraf van 170 uur en een maand cel, die ze in voorarrest al had uitgezeten.

Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) liet na de zaak weten 86 duizend euro te eisen van de drie hoofdverdachten en ze te laten opdraaien voor de kosten die door hun toedoen zijn gemaakt voor het maken van nieuwe examens. Als ze niet betalen, stapt Dekker naar de rechter. Hij heeft een betalingstermijn van vier weken gesteld.

De jongeren kunnen en willen dat niet betalen, zeggen hun advocaten. Tomasz Kodrzycki, advocaat van Anass B., kan zich niet voorstellen dat Dekker ‘oprecht denkt dat deze 19-jarige jongen dat geld heeft’. “Dit kwam als donderslag bij heldere hemel. Ik vraag me af wat ze hiermee willen bereiken. Mijn cliënt wordt op deze manier bijna voor het leven gestraft.”

Ook Weski, die Safae K. bijstaat, vindt de sanctie ‘heel ongepast’. “Je kunt die kinderen niet op deze manier nog een trap nageven. Ik vind dat niet kunnen”, zegt Weski. “Mijn cliënt wil en kan het niet betalen. We zien wel voor stappen het ministerie onderneemt.”

2014-02-28 12:23