De Moeders van Srebrenica horen woensdag of Nederland de verantwoordelijkheid draagt voor de slachtpartij die in 1995 is aangericht onder moslims op de Balkan. De rechtbank in Den Haag doet dan uitspraak.
De moeders stellen de Nederlandse staat aansprakelijk voor zijn rol bij de massamoord op duizendenislamitische mannen en jongens. Nederland vond de veiligheid van de eigen Dutchbatters volgens de moeders belangrijker dan de Bosnische vluchtelingen. Onder de vlag van de Verenigde Naties zouden ze bovendien hebben meegeholpen aan de deportatie.
Tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak in april betoogden de raadslieden van de Nederlandse overheid echter dat de Nederlandse soldaten een genocide niet konden voorzien. De Nederlanders konden volgens de advocaten op het bewuste moment ook niet anders dan meehelpen aan wat op dat moment een evacuatie leek.
Eerder dit jaar wees het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een klacht van de Moeders van Srebrenica tegen Nederland in een andere rechtszaak af. Evenals de Hoge Raad in Nederland concludeerde het hof dat de VN niet vervolgd kan worden voor het drama omdat de volkerenorganisatie immuun is voor rechtsvervolging in Nederland.
De moeders putten hoop uit weer een andere rechtszaak. De Hoge Raad oordeelde vorig jaar dat de staat verantwoordelijk is voor de dood van drie mannen tijdens de val van de enclave. De zaak was aangespannen door de nabestaanden.
Srebrenica viel in de zomer van 1995. Nederlandse blauwhelmen hadden de opdracht de VN-enclave te beschermen, maar konden de tweeduizend zwaar bewapende Serviërs geen tegenstand bieden. Zeven- tot achtduizend mannen werden uit de enclave weggevoerd en vermoord.