Het ministerie van Volksgezondheid heeft geprobeerd de publicatie van een interview met de vader van staatssecretaris Martin van Rijn te voorkomen. In het interview uit de vader, Joop van Rijn, zijn zorgen over de gebrekkige zorg die zijn vrouw krijgt. Het AD plaatste het interview dinsdag toch, maar vermeldde op verzoek van het ministerie niet dat het om de vader van de staatssecretaris ging, schrijft de Volkskrant donderdag.

 Het AD verkeerde in de verwachting dat de staatssecretaris de volgende dag een interview zou geven over de zorg voor zijn moeder, zegt hoofdredacteur Christiaan Ruesink in de Volkskrant. Een woordvoerder van het ministerie, zelf voormalig AD-redacteur, stelt echter dat er geen verwachtingen zijn gewekt.

 In het interview waren Joop van Rijn en zijn vriend Ben Oude Nijhuis bijzonder kritisch op de gang van zaken bij het Haagse verpleeghuis WZH. Van Rijn vertelde dat zijn vrouw soms urenlang alleen wordt gelaten, dat ze niet op tijd wordt verschoond en dat de urine soms langs haar enkels loopt als zij opstaat.

 Na de publicatie werd later dinsdag via andere kanalen duidelijk dat de kritiek op de zorg afkomstig was van de vader van de staatssecretaris. Het ministerie liet volgens Ruesink toen weten dat Martin van Rijn geen interview wilde. Achteraf was het beter geweest om meteen te vermelden dat het om de vader van Van Rijn ging, zegt Ruesink nu.

 Aanvankelijk zou Joop van Rijn samen met Ben Oude Nijhuis aanschuiven bij het televisieprogramma Pauw, maar uiteindelijk kwam Martin van Rijn in plaats van zijn vader. “Toen ik dat hoorde, ben ik ontploft”, zegt Ruesink daarover in de Volkskrant.

 Joop van Rijn heeft de krant laten weten dat hij er een streep onder heeft gezet en dat hij er klaar mee is. Ben Oude Nijhuis gooit het over een andere boeg. De cliëntenraad heeft hem opgedragen niet meer met de pers te praten. “Ik laat me de mond niet snoeren, ik woon niet in Rusland”, zegt hij in de Volkskrant en het AD. Ook stelt hij dat de staatssecretaris hem voor de uitzending had gevraagd elkaar het balletje toe te spelen. Het ministerie ontkent dit en stelt dat Van Rijn had gezegd aan dezelfde kant te staan, maar Oude Nijhuis herinnert zich dat toch anders.

 2014-11-06