De centrale overheid lokaliseert de taken.

Voor deze zorghervorming hebben er op lokaal, regionaal en landelijk niveau veel bijeenkomsten en voorbereidingen plaatsgevonden. Over een aantal weken, met ingang van 1 januari 2015, draagt de Overheid drie grote zorgtaken van het sociale domein over aan de Gemeenten. Dat heet: “decentralisatie.”

Welke taken draagt het Rijk over aan de Gemeenten?

– De Participatiewet komt bij de Gemeenten en vervangt met deze wet de WWB (Wet Werk en Bijstand, Wajong en WSW (Wet Sociale Werkvoorziening). Gemeenten zijn dan verantwoordelijk voor de samenwerking van de partners, ondernemers, de mensen ondersteunen en begeleiden naar een reguliere baan.

– De begeleiding, ondersteuning en persoonlijke verzorging uit de AWBZ gaat naar de WMO.

– De Jeugdzorg, Jeugdbescherming en reclassering, Jeugd-GGZ en de zorg voor licht verstandelijke gehandicapte jeugd komt ook bij de Gemeenten.

Waarom deze zorg hervorming?

Met deze zorghervorming kort het Kabinet 2,9 miljard Euro op het budget.  Het doel is dat de Gemeenten dit sociale domein dichterbij de burgers organiseren.

Wat betekenen deze taken voor de Gemeenten?

Gemeenten staan straks voor een grote operatie, waarbij forse bedragen worden toegevoegd aan gemeentelijke begrotingen. Daar staan ook forse verplichtingen tegenover. Gemeenten moeten met minder budget goede keuzes maken zodat de zorg voor de burgers beter en overzichtelijker wordt. Om een invulling te geven aan de veranderende maatschappij van de verzorgingsstaat naar de participatiemaatschappij. Het was ook een finaciële noodzaak om deze verandering door te voeren. Met deze drie grote taken op de arbeidsmarkt, zorg en jeugd zal straks de lokale politiek zich profileren. De Gemeenten hebben dan ook beleidsvrijheid en hierdoor kunnen de beleidsvelden per gemeente verschillen.

De Gemeenten zijn niet meer het uitvoeringsloket van het Rijk. Bij decentralisaties gaat het erom dat de Gemeenten zelf de keuzes maken. De Gemeenten zijn ok het eerste aanspreekpunt voor de burgers. ‘Politieke verantwoordelijkheid ligt in dit geval bij de Gemeenten en niet bij de Tweede Kamer.’ Tot nu toe bepaalde het Rijk de koers en de budgetten voor de zorg en de sociale zekerheid en de Gemeenten voerden het uit. Met deze nieuwe taken komt er ook meer politieke profilering op het lokale bestuur. Op lokaal gebied verschillen de politieke partijen weinig van elkaar. Er zijn weinig beleidsvelden waarmee ze kunnen profileren. De grootste kostenpost is het sociale domein. Dat zal volgend jaar wel anders zijn.

Wat betekenen deze taken voor de burgers?

Voor de burger betekent deze hervorming: ‘een gezin, een plan en een regisseur.’ Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid en de bevoegdheden. De burgers zullen straks meer maatwerk krijgen bij de zorgzaken en de eigenkracht van de burgers staan hierbij centraal.

Privacy van de burgers is bij deze zorghervormingen essentieel. Er worden meer gegevens van de ene organisatie naar de andere overgedragen en deze gegevens worden ergens opgeslagen en daarna gebruikt. Het is dan wel belangrijk hoe er met deze persoonlijke gegevens wordt omgegaan. Er moeten wel duidelijke afspraken worden gemaakt tussen de partijen wat wel en wat niet mag worden gedeeld.

De burgers hebben recht op informatie, inzage in hun gegevens en recht op verzet tegen gebruik van hun gegevens. De vraag is: “zijn de burgers hiervan wel op de hoogte?” Het is een goede zaak dat de Overheid deze zorgtaken van het sociale domein aan de Gemeenten overdraagt. De Gemeenten kunnen het dichterbij de burgers organiseren en in samenhang met andere beleidsvelden integraal aanpakken. “Het grootste probleem met deze hervorming is dat we nog steeds niet goed begrijpen, wat en hoe we moeten veranderen.” De volgende zorg leeft nu bij de burgers: “wat voor effect zou deze verandering hebben op de kwalitiet van de zorg? Zijn de Gemeenten in staat om deze kwaliteit te waarborgen en te verbeteren?

“Het is dan belangrijk dat de Gemeenten eerst deze zorg van de burgers dient weg te nemen, voordat zij de zorg hen aan biedt.” Deze hervorming kan slagen als de partijen onderling goede afspraken kunnen maken en samenwerken. De Gemeenten dienen dan op basis van deze contacten en afspraken concreet beleid te vormen. De ervaringen en kennis van de zorgaanbieders en de coöperaties zijn wel belangrijk voor de Gemeenten; ik ga ervan uit dat de Gemeenten hier gebruik van hebben gemaakt.

Bij de meeste Gemeenten worden straks wijkteams gevormd om deze zorgtaken uit te kunnen voeren. Met de wijkteams zullen de Gemeenten de mensen begeleiden en ondersteunen. In elke Gemeente zijn er wijken die goed ontwikkeld zijn en geen ondersteuning nodig hebben of er ontbreekt de infrastructuur om deze taken in te richten. “Dan is het beter dat de wijken die geen toegevoegde waarde hebben niet worden meegenomen, maar juist meer aandacht op de wijken waar problemen zijn.”Het moet met minder geld. Door preventie, meer op de eigenkracht van de burgers, de vrijwilligers aan te kunnen spreken kunnen de Gemeenten de kosten op het sociale domein besparen. Het jaar 2015 zal voor de Gemeenten toch moeilijk en moeizaam gaan en pas na een jaar denk ik dat de Gemeenten hun weg in deze taken kunnen vinden. De economisch moeilijke tijden zullen hierbij een belangrijke rol spelen. De burgers wachten op het volgende van de Gemeenten: “Maakt u maar geen zorgen over uw zorg straks…”

 

Ali Osman Bicen

Coumnist – Politicus