Er is een wetswijziging nodig om ervoor te zorgen dat agenten die noodgedwongen hun dienstwapen hebben moeten gebruiken, niet meer in hetzelfde juridische hokje terechtkomen als een burger of een crimineel. Dat bepleit korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie in een gesprek met het ANP.
,,Een burger kan weglopen bij een confrontatie, maar een politieagent heeft die keus niet??, aldus Bouman. Hij wijst erop dat agenten ,,niet de straat opgaan om te schieten, maar om te beschermen??.
Bouman is het er dan ook niet mee eens dat er voor de wet geen onderscheid bestaat tussen een agent die uit veiligheidsoverwegingen geweld gebruikt en gewelddadig gedrag door criminelen.
Het stoort de hoogste politiebaas ook dat agenten die in een noodsituatie hun wapen gebruiken, meteen worden aangemerkt als verdachte als er gewonden of doden vallen. Volgens hem is een agent geen gewone verdachte, al is het alleen maar omdat die zwijgrecht heeft terwijl een politiemedewerker de plicht heeft alles te vertellen.
Bouman vindt het vanzelfsprekend dat een agent die zich niet aan de voorschriften houdt, verantwoording moet afleggen. Maar als een schietende agent wordt vervolgd, dan is daar volgens de korpschef wetgeving voor nodig die is toegesneden op de bijzondere bevoegdheden van agenten.
Bouman pleit voor een zogeheten rechtvaardigingsgrond en een wetswijziging. Dat zou betekenen dat de agent niet direct als verdachte van een ernstig misdrijf wordt gezien, maar dat wordt gekeken of hij de geweldsinstructie heeft gevolgd of overtreden.
Als een agent moet schieten, dan heeft dat sowieso al enorme consequenties, aldus Bouman. ,,Wat dat doet met agenten, dat zien mensen niet??, aldus de korpschef. Politiemensen lopen volgens hem soms een posttraumatische stressstoornis (ptss) op, of worden zelfs thuis bedreigd na een schietincident, vertelt hij.
Dat staat nog los van de soms jarenlange juridische nasleep van een beslissing die een agent in een fractie van een seconde heeft moeten nemen, aldus Bouman.
2015-03-04