De zaak tegen de maker van een bedreigende rap over PVV-leider Geert Wilders moet over. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald. Mohammad B. werd in november 2010 door het hof in Den Haag vrijgesproken, maar de Hoge Raad vindt de vrijspraak onvoldoende onderbouwd.
Het hof vond dat een video waarin de tekst werd gebruikt als bedreiging kon worden opgevat, maar dat niet kon worden bewezen dat B. die op internet had geplaatst. Alleen de tekst kon aan hem worden toegeschreven, maar de beelden en geluiden niet. In een van de video’s waarin de rap is verwerkt waren onder meer pistoolschoten te horen.
Enkel de tekst achtte het hof onvoldoende voor een veroordeling voor bedreiging. Het Openbaar Ministerie was het met de vrijspraak oneens en ging in cassatie.
De Hoge Raad meent dat het hof in Den Haag onvoldoende heeft beargumenteerd waarom de tekst alleen niet als doodsbedreiging kan worden gezien. Daarnaast had B. kunnen weten dat Wilders de door hem geschreven tekst als bedreigend kon opvatten, aldus de Hoge Raad. De zaak tegen B. moet daarom opnieuw worden behandeld.
22 mei 2012, 14:07
© Demet TV