Het overschot op de rijksbegroting is vorig jaar verder opgelopen tot meer dan 12 miljard euro. Dankzij de bloeiende economie haalde de overheid flink meer belastingen op. De uitgaven namen ook toe, maar minder sterk dan de inkomsten. Dat komt mede doordat het kabinet er niet in slaagde al het gereserveerde geld te besteden.
Het begrotingsoverschot komt neer op 1,5 procent van de totale omvang van de Nederlandse economie, en is daarmee drie keer zo hoog als het kabinet vooraf had ingeschat. Minister Wopke Hoekstra (Financiën) noemt dat goed nieuws. “Gezonde overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde om onze welvaart vast te houden.”
Hoekstra ziet in het hoger dan verwachte overschot dan ook geen reden de uitgaven verder op te schroeven. “De economie is immers volatiel en de staatsschuld is nog aanmerkelijk hoger dan voor de crisis.” Wel blijft het grootste deel van het geld dat vorig jaar is blijven liggen, beschikbaar voor latere jaren.