Koningin Beatrix is bij het voorlezen van de troonrede vanaf 2000 sneller gaan spreken. Dat concludeert taalwetenschapper Hugo Quené van de Universiteit Utrecht woensdag na een analyse van de troonredes. Quené vermoedt dat de koningin zich onbewust heeft aangepast aan de toenemende spreeksnelheid in het Nederlandse taalgebied.
Voor zijn studie onderzocht de taalwetenschapper negen troonredes die Beatrix tussen haar 42e en 74e levensjaar. Quené wilde kijken of de koningin langzamer is gaan spreken naarmate ze ouder werd. Aan de hand van geluidsopnames berekende Quené de spreeksnelheid én spreekversnelling van de troonredes uit de periode van 1980 tot en met 2012.
Volgens de gangbare inzichten zouden mensen juist steeds langzamer moeten gaan spreken als ze ouder worden, aldus Quené. De resultaten laten zien dat koningin Beatrix tot 2000 bij het voorlezen van de troonredes aanvankelijk langzamer is gaan praten, van 4,7 lettergrepen per seconde in 1980 naar 4,4 in 2000. Vanaf 2000 is haar spreeksnelheid opmerkelijk genoeg juist weer gestegen naar 4,5 lettergrepen per seconde in 2012.
De koningin blijkt vanaf 2000 naar het einde van een troonrede toe meestal wat sneller te spreken dan aan het begin. Opmerkelijk daarbij is dat de mate van versnelling met de jaren toenam, stelt de onderzoeker. In de eerste decennia versnelde koningin Beatrix nauwelijks binnen een troonrede, maar in de troonredes vanaf 2000 juist heel sterk. Sprak ze aan het einde in 1992 nog 4,1 lettergrepen per seconde uit, in 2012 waren dat er 4,7.
24 april 2013, 11:21
© [Copyright 2013 Novum]