Van de bijna zeshonderd agenten bij wie de afgelopen jaren een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is vastgesteld, is 96 procent na behandeling hersteld. Dat blijkt vrijdag uit onderzoek in opdracht van de politie. Wel blijven er regelmatig klachten bestaan, zoals concentratieproblemen.
Voor het onderzoek werden bijna duizend dossiers van politiemedewerkers die zich sinds 1995 bij de speciale politiepoli in het AMC in Amsterdam meldden voor een diagnose onderzocht. In vrijwel alle gevallen werd PTSS door de bedrijfsarts vermoed, wat in 566 gevallen ook het geval bleek.
Na behandeling had 96 procent niet meer de diagnose PTSS. Volgens plaatsvervangend korpschef Ruud Bik gaan de meesten ook weer de straat op. “De ziekte is goed behandelbaar als de organisatie er op tijd bij is.” Bik benadrukt dat de politie elk signaal dat duidt op de stoornis ‘absoluut serieus neemt’. “Wij treffen steeds meer maatregelen om PTSS bespreekbaar te maken en mensen door te verwijzen.”
De politie liet het onderzoek doen omdat de laatste jaren steeds meer politiemensen zich bij de poli meldden met PTSS-klachten en het onderwerp hoog op de agenda kwam te staan bij de vakbonden en politie. Er loopt nog een vervolgonderzoek naar de mate waarin stoornissen als PTSS bij de politie voorkomen.
2013-05-24 11:02