De NS krijgt voorlopig geen concurrentie van andere vervoersbedrijven op de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Brussel. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil de NS de tijd geven om met een alternatief voor de Fyra te komen.

Een deel van de Tweede Kamer, waaronder coalitiepartij PvdA, zei vorige week dat ook andere vervoersbedrijven dan de NS de kans moesten krijgen met een plan voor een nieuwe hogesnelheidstrein. Een motie van GroenLinks waarin dit werd uitgesproken, werd dinsdag echter verworpen.

Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Wilma Mansveld (PvdA) wil voorlopig niets weten van andere vervoerders, zo maakte zij vorige week duidelijk.

De NS heeft als huidige concessiehouder tot 1 oktober de tijd gekregen om met een nieuw plan te komen, en daar houdt Mansveld aan vast. Concurrentie op het reguliere spoor is al wel mogelijk. Zo werkt Arriva aan een nieuwe intercityverbinding tussen Den Haag en Brussel.

De Tweede Kamer sprak dinsdag wel uit dat het kabinet nu alvast de juridische mogelijkheden in kaart moet brengen voor het geval het voorstel van de NS onder de maat is. Voor dat geval houdt ook Mansveld alle opties open.

De Tweede Kamer wil verder dat de toeslag voor de hogesnelheidslijn voorlopig verdwijnt, en dat de NS alleen nog intercitytreinen koopt die minstens 200 kilometer per uur kunnen rijden op het hsl-traject en andere delen van het spoor die daarvoor geschikt zijn.