De politie stuurt mensen die online illegaal vuurwerk bestellen de komende tijd een persoonlijke videoboodschap. In die video spreekt een politiewoordvoerder de besteller met zijn initialen aan en wordt getoond wat hij heeft besteld. Ook wordt hij gewaarschuwd dat hij op het punt staat iets illegaals te doen. De video’s komen op de site van de Task Force Opsporing Vuurwerkbommenmakers en zijn voor iedereen zichtbaar.

Hoe wordt achterhaald wie illegaal vuurwerk bestelt, wil een woordvoerder van de taakgroep niet zeggen. “Als mensen dat weten werkt het niet meer.” Hij wil niet ingaan op de vraag of de taakgroep bijvoorbeeld zelf sites heeft opgezet waar zogenaamd illegaal vuurwerk kan worden besteld.

Door de videowaarschuwingen openbaar te tonen hoopt de taakgroep andere mensen die denken over het bestellen van illegaal vuurwerk te ontmoedigen. Als iemand zijn illegale bestelling ondanks de waarschuwing doorzet, wordt met justitie en politie overlegd over welke verdere stappen moeten worden genomen.

Voorheen werd zwaarder en in Nederland verboden vuurwerk vooral in België en Duitsland gekocht. De laatste jaren wordt het steeds meer bij webshops in Oost-Europa besteld. Dat is volgens de taakgroep levensgevaarlijk voor huisgenoten, omwonenden en postbezorgers.

Bij de laatste jaarwisseling belandden volgens de taakploeg 810 slachtoffers op de spoedeisende hulp. Dat was twintig procent meer dan de jaarwisseling daarvoor. Zeker een kwart van de slachtoffers viel door zwaar professioneel vuurwerk of door zelfgemaakte vuurwerkbommen. De ernst van het letsel zou ook zijn toegenomen. Achttien procent van de slachtoffers werd in een ziekenhuis opgenomen, dat is het hoogste percentage van de afgelopen tien jaar. Jaarlijks zou tussen de een en twee miljoen kilo zwaar professioneel vuurwerk bij consumenten belanden. De laatste jaren raken zijn dat steeds vaker mannen van 40 jaar en ouder.

De Task Force Vuurwerkbommenmakers was voor het eerst actief rond de jaarwisseling van 2011 op 2012. De campagne, een project van de politie en VeiligheidNL, richtte zich toen op filmpjes die vuurwerkbommenmakers op sites als Youtube zetten. Daarbij werd geprobeerd de identiteit van de makers van die filmpjes te achterhalen.