Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) wil dat EU-landen beter informatie met elkaar gaan uitwisselen om zo de georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Dat blijkt uit de Nederlandse inzet voor de meerjarenstrategie van de EU op het gebied van justitie, waarover het kabinet het eens is geworden.
Zo zouden gemeenten screeningen moeten kunnen uitvoeren bij het afgeven van vergunningen of het sluiten van panden. Nu lukt het vaak niet om van andere EU-lidstaten de benodigde informatie te krijgen om goed te kunnen screenen. Dan gaat het om informatie over strafrechtelijke veroordelingen en de herkomst van financieringen.
Ook op andere terreinen bepleit Opstelten ‘meer’ Europa. Zo moeten beperkingen worden opgeheven als het gaat om het doen van grensoverschrijdend onderzoek. Ook moet beter worden samengewerkt als het gaat om de bestrijding van ‘cyber security’, want internetcriminelen ‘houden zich niet aan de landsgrenzen’.
Verder moeten slachtoffers straks in elk EU-land aangifte kunnen doen in een taal die hij begrijpt en moet de kwaliteit van forensisch onderzoek in de hele EU op een acceptabel niveau worden gebracht.
Het kabinet wil wel minder Europa als het gaat om wetgeving. Het is nu eerst zaak om de Europese wetgeving die de laatste jaren tot stand is gekomen om te zetten in nationale regelgeving voordat allerlei nieuwe wetgeving wordt opgetuigd.
Nederland is het eens geworden met zeven andere EU-lidstaten over de inzet op het terrein van justitie en binnenlandse zaken voor de komende jaren. Een brief daarover is maandag op het ministerie van Opstelten ondertekend en verstuurd naar Brussel. De komende tijd wordt daarover onderhandeld met andere lidstaten, de Europese Commissie en het Europese Parlement. De definitieve meerjarenstrategie voor de jaren 2015-2020 wordt in juni vastgesteld.
2013-11-18 13:19