Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) gaat ‘hoogstwaarschijnlijk’ in beroep tegen een recent vonnis over kinderbijslag in het buitenland. Dat heeft Asscher dinsdag gezegd tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer. Behalve hoger beroep is ook aanpassing van de wetgeving denkbaar, zei Asscher.
De rechtbank in Amsterdam bepaalde vorige week dat het kabinet de kinderbijslag voor ouders die in landen als Marokko wonen, niet mag verlagen. Voor Turkije mocht dat deels wel. “Daar leggen we ons niet bij neer”, zei Asscher. Hij laat het vonnis bestuderen. Behalve beroep en het veranderen van wetgeving is ook het aanpassen van verdragen met andere landen een mogelijkheid.
De zaak waarin de rechter zich uitsprak was aangespannen door diverse ouders die het niet eens waren met de verlaging van hun kinderbijslag. De verlaging vloeide voort uit het zogenoemde woonlandbeginsel, dat in juli 2012 van kracht werd. Dat houdt in dat de kinderbijslag wordt aangepast aan het niveau van de kosten van het levensonderhoud in het land waar het kind woont.
Asscher wil aan het woonlandbeginsel vasthouden. “Dat is in alle opzichten heel redelijk”, zei hij in de Kamer. De Tweede Kamer houdt binnenkort een plenair debat met Asscher over de problemen rondom de ‘export’ van kinderbijslag en andere uitkeringen, zo werd dinsdag verder besloten.
2014-01-14 15:31