Mbo’ers die een opleiding volgen tot bijvoorbeeld gameontwikkelaar maken voortaan ook kans op een meestertitel. Om dat te bereiken gaan ze, net als hun medestudenten die een ambachtelijke opleiding volgen, in de leer bij een ‘meester’. Dat heeft minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker (PvdA) vrijdag bekendgemaakt.
In de ‘meester en gezel formule’ krijgen de leerlingen de basis van een vak op school, maar wordt hij of zij uiteindelijk in de praktijk een meester. Het is vervolgens aan de branche om de meestertitel toe te kennen als bewijs van excellent vakmanschap.
“Zonder goede vakmensen is ons land nergens. De meestertitel maakt goed vakmanschap beter zichtbaar en laat jongeren zien dat zij met een mbo-diploma op zak kunnen doorgroeien naar topniveau”, stelt Bussemaker.
Door de formule uit te breiden, komt er volgens de minister meer aandacht voor talentontwikkeling en meer waardering voor ambachtelijke vaardigheden. Het voorstel komt voort uit haar tour langs mbo-scholen en maakt deel uit van een programma voor talentvolle mbo-studenten. De bewindsvrouw stelt voor het programma 25 miljoen euro beschikbaar.
Voorzitter van MKB Nederland Michaël van Straalen is positief over het plan. “Met een jaaromzet van 110 miljard euro is de ambachtssector de smeerolie van de Nederlandse economie en de samenleving. De meestertitel laat zien dat vakwerk, ‘ambachten’, serieus worden genomen en worden erkend als ruggengraat van onze economie.”
2014-03-07 09:23