Een 40-jarige man die werd verdacht van het doodschieten van een man in Rotterdam is vrijdag vrijgesproken. De rechtbank in Rotterdam vindt dat er onvoldoende bewijs is dat hij de schutter is. Het Openbaar Ministerie had vijftien jaar celstraf geëist tegen de man, die wist dat zijn vrouw een verhouding had met het slachtoffer.
Het 44-jarige slachtoffer liep vorig jaar op 10 januari meerdere schotwonden op, waaronder een in het hoofd. De verdachte en het slachtoffer waren die dag enige tijd alleen in het pand van de Turkse Vereniging en had dus de gelegenheid om het slachtoffer te doden, aldus het OM. Ook is hij in de nacht waarin het slachtoffer werd vermoord teruggegaan naar de vereniging om de telefoon van het slachtoffer waarmee hij het contact met de echtgenote van de verdachte onderhield, weg te nemen.
De officier van justitie had betoogd dat het zeer onwaarschijnlijk is iemand anders de schoten had gelost, mede omdat er schotresten op de jas en spijkerbroek van de verdachte zijn aangetroffen. Ook op de kleding van het slachtoffer zijn schotresten gevonden. Dat is volgens de rechtbank echter geen bewijs, omdat die resten uit verschillende bronnen afkomstig kunnen zijn. Rechtstreeks en overtuigend bewijs ontbreekt, aldus de rechters.
De rechtbank realiseert zich dat veel vragen onbeantwoord blijven en dat de gang van zaken zo kan zijn geweest als de officier van justitie heeft betoogd.
2014-03-07 14:52