Leraren maken gretig gebruik van een speciale subsidie waarmee ze verder kunnen studeren. Het ministerie van Onderwijs heeft sinds 2008 zo’n veertigduizend lerarenbeurzen uitgekeerd, meldt een woordvoerder dinsdag. Dit jaar zijn er zevenduizend beurzen te vergeven.
Minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) en staatssecretaris Sander Dekker (VVD) hebben vijftig miljoen euro beschikbaar voor de beurzen waarmee elke leraar eenmaal in zijn onderwijsloopbaan een bachelor- of masteropleiding naar keuze kan volgen. De gedachte hierachter is dat de kwaliteit van het onderwijs toeneemt en leerlingen beter beslagen ten ijs komen.
Het ministerie honoreert echter niet iedere aanvraag. Van de zevenduizend leraren die tijdens de vorige ronde een aanvraag indienden, kregen er ongeveer duizend nul op het rekest omdat hun aanvraag niet aan de gestelde voorwaarden voldeed, aldus de zegsvrouw. Als een leraar de opleiding niet afrondt, moet hij een deel terugbetalen.
De beurs is sinds kort ook toegankelijk voor ambulante begeleiders in het (voortgezet) speciaal onderwijs, die niet voor de klas staan. Hierdoor kunnen zij bijvoorbeeld hun onderwijsbevoegdheid halen.
Elke leraar kan een tegemoetkoming krijgen in de kosten van les- en collegegeld, studiemiddelen en reiskosten. Het gaat om maximaal zevenduizend euro per jaar om collegegeld te betalen en maximaal zevenhonderd euro voor studie- en reiskosten. Scholen kunnen daarnaast een subsidie krijgen om de leraar in kwestie studieverlof te verlenen en een vervanger aan te stellen.