Het aantal vragen over discriminatie dat vorig jaar binnenkwam bij het College voor de Rechten van de Mens is explosief gestegen in vergelijking met 2012. Dat blijkt uit het dinsdag verschenen jaarverslag van het college. Vorig jaar werden 2581 vragen beantwoord door het college, 75 procent meer dan een jaar eerder.
Ook wordt in steeds meer zaken discriminatie vastgesteld. De afgelopen twee jaar is dit gestegen van 56 naar 62 procent. In 77 procent van de zaken heeft de discriminerende partij maatregelen genomen om de discriminatie ongedaan te maken of in de toekomst te voorkomen. Dat is zeven procent meer dan in 2012.
In totaal werden 183 uitspraken gedaan. Geslacht, leeftijd en handicap of chronische ziekte waren daarbij de meest voorkomende aanleidingen tot discriminatie. De vragen die werden gesteld gingen vooral over werk, zwangerschap en afkomst. In totaal werd 498 keer een verzoek ingediend voor een oordeel van het college.
Het college stelt dat ‘bewustwording’ een van de oplossingen is voor discriminatie. Om die bewustwording te bevorderen start het college dinsdag een campagne tegen discriminatie op de werkvloer. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher (PvdA) kondigde onlangs al aan dat hij binnenkort met een pakket maatregelen komt om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan.
Voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens Laurien Koster is blij dat de regering haar verantwoordelijkheid neemt. “Het is de overheid die de hoofdrol speelt als het gaat om de naleving van mensenrechten. De overheid moet actief optreden tegen discriminatie zodat iedereen in Nederland gelijke rechten heeft. Al is de rol van politici, werkgevers ondernemers en scholen minstens zo belangrijk.”