Leerlingen in het basisonderwijs hebben meer plezier in lezen. Dat blijkt uit een onderzoek van Cito naar de leesprestaties van de groepen 5 en 8 en het speciaal basisonderwijs (SBO). Zo is in groep 8 en het SBO het percentage leerlingen dat plezier heeft in lezen gestegen van 35 procent in de periode 2005-2006 naar 47 procent in de jaren 2011 en 2012.
De daling van het plezier in lezen die zich sinds 1994 voordeed in groep 5 is tot stilstand gekomen. Wel geldt voor alle leerlingen dat ze meer televisie kijken dan lezen. Verder blijkt dat SBO’ers het meest achter de computer zitten, gevolgd door achtstegroepers en leerlingen uit groep 5.
Leerlingen vinden lezen overigens niet alleen leuker, hun leesvaardigheid is ook beter in vergelijking met de peiling in 2005-2006. “Het blijkt dat de prestaties van groep 8, 5 en het SBO licht stijgen voor wat betreft de vaardigheid van het interpreteren van teksten”, meldt Cito.
De vooruitgang is vindt overigens bij elke groep op een ander vlak plaats. Zo is bij leerlingen van groep 8 de vaardigheid van het interpreteren van teksten en de woordenschat licht gestegen. Vijfdegroepers tonen bij het interpreteren van teksten lichte progressie. In het speciaal basisonderwijs werden de prestaties beter op het gebied van het interpreteren van teksten en het alfabetiseren en opzoeken van informatie.
Verder blijkt dat in de groepen 5 en 8 meisjes op vrijwel alle onderdelen beter scoren dan jongens. In de eindgroep van het SBO doen jongens en meisjes echter nauwelijks voor elkaar onder. Daarnaast blijkt dat de tijd die leerkrachten aan taal besteden behoorlijk verschilt. Vijfde- en achtstegroepers krijgen gemiddeld vier uur en een kwartier per week taalonderwijs, in het SBO is dat 3,5 uur.