Zwarte Piet racistisch voor zwarte mensen

Zwarte Piet is discriminerend voor zwarte mensen. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam donderdag bepaald. De rechters sluiten zich daarmee aan bij een standpunt van het College voor de Rechten van de Mens, dat stelt dat Zwarte Piet racistisch is. De rechtbank ‘hecht veel waarde’ aan het standpunt van het college.

Hoewel Zwarte Piet voor velen een ‘sprookjesfiguur is uit de kindertijd’ en de intocht van de Sint maar een klein onderdeel is van de traditie, vinden de rechters dat sprake is van een ‘negatieve stereotypering van zwarte mensen’. Dit omdat de figuur van Zwarte Piet wordt neergezet als knecht, dom en met dikke rode lippen.

Bovendien blijkt uit een onderzoek van de gemeente Amsterdam dat veel zwarte Amsterdammers zich gediscrimineerd voelen door Zwarte Piet en dat veel hoofdstedelingen zich kunnen voorstellen dat zwarte mensen zich gediscrimineerd voelen. De rechtbank vindt dat onderzoek ‘representatief’ en komt tot de conclusie dat de een intocht met zwarte pieten ‘inbreuk maakt op het privéleven’ van zwarte mensen.

De rechtbank oordeelde ook dat burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam opnieuw moet kijken naar de vergunning die hij vorig jaar verleende voor de intocht van Sinterklaas in de hoofdstad. “De burgemeester heeft vorig jaar een afweging gemaakt, de rechtbank kan dat niet voor hem doen, maar vindt wel dat de burgemeester zijn besluit niet goed heeft voorbereid.”

Van der Laan heeft volgens de rechters nagelaten zijn besluit te toetsen aan het mensenrechtenverdrag van de Verenigde Naties. Hij moet daarom alsnog de verschillende belangen opnieuw gaan afwegen en op basis daarvan bepalen of hij de vergunning vorig jaar wel of niet had mogen verlenen. Ook moet hij uitsluitsel geven over of hij voorwaarden aan de intocht had moeten stellen. Hij krijgt daar van de rechtbank zes weken de tijd voor.

De rechters benadrukten dat ze alleen een oordeel velden over het sinterklaasfeest vorig jaar in Amsterdam ‘en niet over het feest zoals het wordt gevierd in de rest van Nederland’. De rechtbank stelde ook geen uitspraak te kunnen doen over de editie van dit jaar, omdat de voorbereidingen daarvan nog in volle gang zijn en niet zeker is of het feest hetzelfde karakter en dezelfde uitstraling krijgt als vorig jaar.