Kinderen krijgen door ouders, scholen en jeugdzorg te snel een stoornis zoals ADHD aangepraat. Daar moet een einde aan komen, is de boodschap van een campagne die dinsdag van start gaat. Er moet meer ruimte komen voor de ‘eigenheid’ van kinderen, stellen de initiatiefnemers.
“Het aantal kinderen dat een psychiatrische stoornis zou hebben is de laatste tijd veel te hoog om geloofwaardig te zijn”, zegt Liesbeth Hop, directeur van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij (NAMM), de ideële instelling die de publiekscampagne organiseert.
Hop wijst op cijfers waaruit blijkt dat bij steeds meer kinderen een stoornis wordt vastgesteld. Zo is het aantal kinderen dat medicijnen tegen ADHD krijgt voorgeschreven, in tien jaar verviervoudigd. Sinds 2001 is het beroep op de jeugdzorg ieder jaar met twintig procent toegenomen. “De cijfers doen vermoeden dat Nederland een gestoorde generatie heeft voortgebracht. Maar dat geloof ik niet.”
Volgens Hop wordt te snel gekeken naar de problemen van een kind. “Soms vertonen ze op jonge leeftijd al gedrag dat wat anders is dan normaal. In deze tijd wordt dan gelijk de vraag gesteld wat er mis is met het kind. Daar wordt dan een label opgeplakt: jij hebt ADHD, bijvoorbeeld.”
Kinderen hebben vervolgens last van dat label. “Hij of zij wordt dan in dat licht gezien”, zegt Hop. “Dat leidt tot een belemmering in het leven van het kind. Het is de taak ouders te overtuigen zich meer bezig te houden met het oplossen van problemen dan het bepalen of een kind een stoornis heeft.”
Het doel van de campagne, die een jaar moet gaan duren, is een mentaliteitsverandering. “Dit jaar is een goed moment”, aldus Hop. “Het passend onderwijs is sinds augustus ingesteld en de jeugdzorg wordt gedecentraliseerd. Hierdoor krijgt de directe omgeving rond het kind meer aandacht.”
20140909