‘Overheid bemoeit zich niet te veel met onderwijs’

De Onderwijsraad vindt niet dat de overheid zich nog te veel met het onderwijs bemoeit. Dat heeft minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker (PvdA) vrijdagochtend gezegd voor aanvang van de ministerraad. De bewindsvrouw had even daarvoor een gesprek gehad met het adviesorgaan.

“Zij zeggen eigenlijk dat de politiek zich vooral met het onderwijs moet bemoeien waar het over het stelsel gaat en dat we daar ook niet bang voor moeten zijn”, vertelde Bussemaker. Ze noemt de lessen die de Onderwijsraad trekt desondanks ‘heel interessant’.

“Een interessante conclusie vind ik dat we meer na moeten nadenken over hoe we met iedereen in het onderwijs praten. Er mag meer tegenspraak plaatsvinden. Dat gaat dan natuurlijk over de koepels, maar er zit ook heel veel onderaan lerarenorganisaties en initiatieven”, aldus Bussemaker.

Daarnaast wil de minister aan de slag met het advies van de raad om meer te doen aan wetenschappelijk onderzoek. “Het gaat dan niet alleen om evidentie, waar de commissie-Dijsselbloem op wees, maar ook gewoon om meer praktijkgerichtheid en kijken wat er in scholen gebeurt.”

Bussemaker gaf aan zich voor een ‘belangrijk deel gesteund te voelen’ door de conclusies uit het rapport. “We hebben een aantal dingen al in gang gezet dus daar gaan we mee door en verder trekken we de conclusies uit dit onderzoek.”

Uit het rapport van de Onderwijsraad bleek donderdag dat de verhouding tussen politiek en onderwijs nog altijd is verstoord en dat de overheid zich ook nog altijd intensief met het onderwijs op scholen bemoeit. Het onderzoek was ingesteld om de invloed van de commissie-Dijsselbloem, die in 2008 de grootschalige onderwijsvernieuwingen uit de jaren negentig onder de loep nam, te evalueren. De invloed van de commissie is ‘beperkt’ geweest, concludeerde de raad.