Veel meer kritiek op onderzoek Motivaction
Het onderzoek van Motivaction waaruit zou blijken dat Turkse jongeren Syrie-gangers als helden zien, stuit op veel meer kritiek. Ook de Turkse organisatie NIF uit zijn kritiek op het onderzoek middels een persbericht.
Hieronder het originele persbericht.
PERSBERICHT:
12 NOVEMBER 2014
Met verbazing hebben wij kennisgenomen van het in opdracht van FORUM door Motivaction uitgevoerd onderzoek met als titel “Nederlandse moslimjongeren en de Arabische Herfst”.
Uit het onderzoek zou volgen dat de Turken in Nederland het geweld in het Midden-Oosten zouden steunen. Het onderzoek gaat onder meer over de Turkse gemeenschap in Nederland, waar onze achterban een onderdeel van vormt. De bevindingen van de onderzoekers komen niet overeen met onze bevindingen.
Van belang is voorts dat het onderzoek niet overeenkomt met hetgeen bekend is over de Turkse gemeenschap uit diverse andere onderzoeken.
De ontwikkelingen in het Midden-Oosten worden zonder enige twijfel op de voet gevolgd door de Turkse Nederlanders. Met name de beelden van misdaden gepleegd in Syrië, laten velen niet ongemoeid.
Net als vele anderen vinden ook de meeste Turkse Nederlanders dat er een einde dient te komen aan het geweld. Tot zover zijn de bevindingen van de onderzoekers voor ons herkenbaar.
De stelling dat de overgrote meerderheid van de Turkse Nederlanders het geweld (van IS) zou steunen, is echter pertinent onjuist. Het onderzoek biedt weinig tot geen grondslag om een dergelijke conclusie te trekken. Het onderzoek is wat ons betreft onjuist en onzorgvuldig uitgevoerd. De resultaten zijn hierdoor onjuist en onbetrouwbaar.
Alvorens in te gaan op de buitengewoon lage betrouwbaarheid van het onderzoek, willen wij het volgende benadrukken.
De Turkse gemeenschap in Nederland heeft niet een lange geschiedenis hier te lande. Desondanks zijn de Nederlandse Turken er in zeer korte tijd in geslaagd om successen te boeken. De Turken zijn goed georganiseerd, weten elkaar te vinden, klagen weinig en nemen verantwoordelijkheid.
Natuurlijk zijn wij ons zeer wel bewust van de bestaande problemen. Wij hebben altijd een bereidheid getoond om deze problemen aan te pakken. Wij doen onze uiterste best om deze problemen aan te pakken.
Het onderhavige onderzoek ondermijnt echter onze inspanningen.
Het onderzoek spreekt zich namelijk uit over een gehele gemeenschap. De politiek neemt zonder kritiek de onjuiste resultaten van het onderzoek over en suggereert dat de Turken “niet deugen”.
Wij kunnen een dergelijke conclusie niet accepteren.
Wij betreuren het zeer dat diverse politici de resultaten van het onderzoek zonder kritiek overnemen om een statement te kunnen maken. Het gaat in dezen om honderdduizenden mensen die niets te maken hebben en niets te maken willen hebben met IS. Met name de politici dienen meer zorgvuldigheid te betrachten.
Eenieder die enigszins bekend is met de Turkse gemeenschap, weet dat de Turkse gemeenschap zeer divers is. Naast verschillende religieuze stromingen is er ook sprake van verschillende politieke voorkeuren. Zo herbergt de Turkse gemeenschap in zich soennieten, alevieten, seculieren, koerden, soefi stromingen, links georiënteerde bewegingen, nationalisten, conservatieven etc. De diversiteit van de Turkse gemeenschap maakt een dermate overweldigende meerderheid aan steun voor IS onmogelijk. Reeds hieruit blijkt dat het onderzoek geenszins kan kloppen.
Diepgravend onderzoek is niet nodig om te weten dat de resultaten onjuist zijn.
Degenen die hun Turkse buurman zo nu en dan groeten en af en toe boodschappen doen bij de Turkse groenteboer kunnen weten dat de Turken zeer divers zijn en zich niet makkelijk laten verleiden tot radicalisme.
Het onderzoek is onjuist en onbetrouwbaar.
Hieronder volgt, naaste het bovenstaande, puntsgewijs waar de onbetrouwbaarheid onder andere uit blijkt.
- De selectie van de respondenten is niet nader geduid. Hoe zijn de respondenten benaderd? Waar zijn de respondenten benaderd? Wat is het aantal respondenten per locatie? Wat is de verhouding man-vrouw?
- De volledige vragenlijst is niet gepubliceerd. Welke vragen zijn er gesteld aan de respondenten? Wij eisen dat de data worden gepubliceerd, zodat een tegenonderzoek kan worden gedaan. Dit is van belang om de consistentie van antwoorden te kunnen toetsen.
- Op pagina 3 van het rapport wordt in figuur 1 het aandeel aangegeven van Marokkaanse en Turkse Nederlanders dat de politieke situatie in een aantal landen af en toe of vaak volgt. Het is wonderbaarlijk om te zien dat de onderzoekers deze twee categorieën op één hoop gooien.
- Volgens de onderzoekers is het verschil tussen iemand die af en toe het nieuws in deze landen volgt en iemand die dit vaak doet verwaarloosbaar. De vraag die hierbij rijst is waarom deze categorisering dan is gemaakt?
- De meeste vragen die in het onderzoek zijn gesteld betreffen gesloten vragen. De respondenten worden gedwongen om een keuze te maken. Eenieder weet dat complexe politieke vraagstukken te weerbarstig zijn voor gesloten vragen. Er wordt totaal geen recht gedaan aan nuances.
- De interne consistentie van het rapport laat te wensen over. Daar waar in figuur 1 (pag. 3) wordt aangegeven dat 14% van de Marokkaanse Nederlanders het nieuws in Turkije af en toe of vaak volgt, wordt op pagina 8 van het rapport de kwalificatie af en toe of vaak weggelaten.
- Op pagina 3 staat dat het gebruik van Facebook in 2011 slechts 3% bedroeg. Er staat geen bron bij. Uit diverse onderzoeken blijkt dat dit percentage veel hoger is.
- De titel van het onderzoek dekt de lading niet. Daar waar de titel over de Arabische herfst gaat, heeft het onderzoek zelf betrekking op ook niet-Arabische landen. Een definitie van de Arabische herfst wordt niet gegeven.
- In de leeswijzer wordt het begrip “jihad” als volgt gedefinieerd: “de heilige strijd voor de normen en waarden van de Islam”. Wij vragen ons af wat met de begrippen “heilige”, “strijd”, “normen”, “waarden” en vooral “de islam” wordt bedoeld.
- In de bijlage wordt aangeven voor welke sociodemografische kenmerken een representatieve afspiegeling is verkregen.Deze kenmerken gaan niet verder dan leeftijd, opleiding, geslacht en etniciteit. Om hoeveel vrouwen en mannen en om welke opleidingsniveaus het gaat wordt niet aangegeven. Slechts vier kenmerken, waarvan één (etniciteit) al bij voorbaat vast stond, zijn volgens de onderzoekers voldoende om een het onderzoek een representatieve steekproef te nemen.
- Het een en ander wordt opgemerkt over de betrouwbaarheid van het onderzoek, maar er wordt nagenoeg niets gezegd over de validiteit van het onderzoek. Los van de schaarse en meestal foute maatregelen om de juiste respondenten te betrekken bij het onderzoek, wordt er nagenoeg niets gezegd over de wijze waarop de validiteit van het onderzoek is getracht te waarborgen. Het feit dat het onderzoek stelt dat 72% van de Turkse Nederlanders de opmars van IS zou goedkeuren, terwijl 74% het uitroepen van het kalifaat door IS als negatief aanmerkt laat zien dat de onderzoekers weinig aandacht hebben besteed aan begripsvaliditeit.
Het bovenstaande is enkel een greep uit meerdere fouten en onjuistheden en onzorgvuldigheden. Het is zorgwekkend dat politici en de media gretig gebruik maken van een onderzoek met ernstige gebreken.
Dat het onderzoek onbetrouwbaar is, is wat ons betreft zonneklaar.
Wij zijn altijd bereid om naar partners te zoeken en om de problemen van de Turken hier te lande met partners aan te pakken. Die bereidheid stoelt op vertrouwen. De wijze waarop politici het onderzoek hebben gebruikt en misbruikt tast het vertrouwen en daarmee ook onze bereidheid aan.
Namens NIF Namens MGNN
Hasan Gogus Yusuf Altuntas