De twee Arnhemmers die in augustus 2013 in Duitsland werden opgepakt omdat zij zouden gaan strijden in de jihad in Syrië, zijn maandag vrijgesproken van het voorbereiden van terroristische en andere misdrijven. Ook voor het samenspannen om terroristische misdrijven te plegen is volgens de rechtbank in Arnhem niet genoeg bewijs.
Beide mannen hebben broers in Syrië. Broer Abdelkarim van de 27-jarige Mohamed A. vecht daar wel degelijk voor Jabhat al-Nusra, gelooft de rechtbank. Van Mohamed el A. gelooft de rechtbank op basis van onder meer berichtenverkeer dat hij onderweg was naar Syrië om zich er te vestigen en zijn broer te helpen. Maar het staat niet vast dat hij een gewelddadige strijd ging voeren. Van Hakim B. is er helemaal geen bewijs dat hij naar Syrië ging.
Het Openbaar Ministerie had twee jaar cel geëist tegen beide Arnhemmers. Toen zij in Kleef net over de grens bij Arnhem werden aangehouden, hadden zij dure huurauto’s, grote bedragen cash, bivakmutsen, gevechtskleding, walkietalkies en zonnecelopladers bij zich.
Samen met Skype-gesprekken, WhatsApp-berichten en filmpjes toont dat volgens de aanklager aan dat El A. en zijn minderjarige halfbroertje naast hun broer Abdelkarim jihad wilden voeren. Abdelkarim – alias Abu Mohammed, alias Muhajiri Sháám – riep eerder vanuit Syrië op tot stevige actie tegen de Nederlandse overheid.
De rechtbank in Arnhem gelooft dat Mohamed el A. zijn broer bewonderde, vurig droomde van een islamitische staat en dat hij misschien in Syrië uiteindelijk van een passieve in actieve jihadist zou zijn veranderd. “Maar er is nu geen bewijs voor het voorbereiden van concrete terreur. En een gedachtegoed of ideologie hebben alleen is niet strafbaar”, benadrukte de rechtbank.
Hakim B. stelde dat hij alleen onderweg was naar Turkije voor vakantie. Hij zou zijn broer – Khalid B., die ook in Syrië verblijft – misschien ontmoeten bij de Syrische grens om hem spullen te geven.
2015-02-09