Ouderen blijven langer thuis wonen en maken alleen gebruik van thuiszorg als het echt niet anders kan. Dit was de bedoeling van het ministerie van Volksgezondheid met het beleid van de afgelopen jaren en in de praktijk blijkt het ook zo te werken.
Dat staat in het dinsdag gepubliceerde rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. “Het overheidsbeleid zie je terug in de resultaten”, aldus onderzoeker Inger Plaisier. Voor het onderzoek is gekeken naar de ontwikkelingen in het gebruik van huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en verpleging tussen 2004 en 2011.
Overigens is de situatie vanaf begin dit jaar weer helemaal anders in de zorg, doordat de gemeenten sinds 1 januari verantwoordelijk zijn voor de inkoop. “Maar het is onze verwachting dat deze trend zal doorzetten. We hebben het ministerie van Volksgezondheid aanbevolen de ontwikkelingen te blijven volgen”, zegt Plaisier.
In 2011 maakten zo’n 556 duizend mensen gebruik van thuiszorg, of extramurale zorg zoals het in jargon heet. In 2004 ging het om 532 duizend mensen die gebruikmaakten van een organisatie die zorg levert. De stijging komt volgens het SCP vooral door het toegenomen aantal oude ouderen. In deze periode groeide de Nederlandse bevolking met vierhonderdduizend personen en het aandeel 80-plussers nam toe van 3,4 procent naar 4 procent. Als er rekening wordt gehouden met de bevolkingstoename en vergrijzing, is het aantal mensen gelijk gebleven dat gebruik maakt van de extramurale zorg.
In deze periode is wel een verschuiving te zien van mensen die gebruikmaken van thuiszorg: alleenstaanden zijn meer zorg gaan gebruiken, mensen in een huishouden met meerdere personen minder. Ook dat is een logisch gevolg van het beleid: mensen moeten voor zorg eerst in hun eigen omgeving kijken wat er mogelijk is voordat ze betaalde zorg krijgen.
2015-02-10