Categories Nieuws Artikelen

Kamervragen over “biddende docent” Rijswijks Lyceum

Kamerlid Tunahan Kuzu van Denk heeft schriftelijke vragen gesteld over de leraar Engels die op school (in de pauze) niet mag bidden. De leraar van het Rijswijks Lyceum werd door de directie verboden om nog langer te bidden op school. Volgens de directie hoort bidden niet thuis op een openbare school.

Reden genoeg voor Kamerlid Kuzu om hier schriftelijke vragen over te stellen aan Staatssecretaris van Onderwijs. Kuzu wil ook dat de staatssecretaris “dit specifieke geval” tot op de bodem uitzoekt.

Lees hieronder de vragen: 

  1. Bent u bekend met het artikel ‘Biddende docent is niet welkom op Rijswijks Lyceum’[1]?
  2. Hoe beoordeelt u het feit dat de directeur van het Rijswijks Lyceum het bidden van een leraar heeft verboden?
  3. Bent u het met mij eens dat een directeur juridisch gezien niet de bevoegdheid heeft om een docent het belijden van zijn geloof te ontzeggen tijdens een pauze? Zo nee, waarom niet?
  4. Deelt u met mij de mening dat door de beslissing van de directeur de vrijheid van godsdienst met voeten wordt getreden? Zo nee, waarom niet?
  5. Hoe staat het besluit van de directeur naar uw mening in verhouding tot de visie van het College van de Rechten van de Mens, welke stelt: “Ook mogen ze niet verbieden dat iemand bidt op de werkplek. Dit mag alleen als werkgevers hiervoor een hele goede reden hebben, bijvoorbeeld als er zodanig ernstige problemen door ontstaan dat het werk stagneert”[2]?
  6. Vindt u het onderwijstechnisch verantwoord dat een schooldirecteur in zijn besluit om een docent de school te laten verlaten in zijn overweging het feit dat de docent bidt tijdens zijn pauze laat prevaleren boven de didactische en pedagogische kwaliteiten van de docent? Zo ja, waarom wel?
  7. Vindt u dat als in een openbare school terecht van de vrijheid gebruik wordt gemaakt om aan kerstviering te doen, een docent ook de vrijheid zou moeten hebben om in zijn pauze te bidden? Zo nee, waarom niet?
  8. Vindt u dat dit geval verband houdt met de bredere angst en aversie jegens de islam?  Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
  9. Deelt u met mij de constatering dat het ontnemen van fundamentele vrijheden door een schooldirecteur niet bevorderlijk is voor de burgerschapsvorming van leerlingen? Zo ja, bent u dan bereid om een oproep te doen om aangifte te doen tegen deze schooldirecteur? Zo nee, waarom niet?
  10. Welke maatregelen gaat u nemen om dergelijke gevallen in de toekomst uit te sluiten?
  11. Bent u bereid om dit specifieke geval tot op de bodem uit te zoeken en consequenties te trekken voor de positie van de directeur? Zo nee, waarom niet?