Vicepremier Lodewijk Asscher en minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie hebben een driedaags bezoek gebracht aan Irak. De bewindslieden, die vrijdag aankwamen, bezochten onder anderen de Nederlandse militairen in het land. Dat maakte het ministerie van Defensie zondag bekend.
Nederlandse troepen zitten in de steden Bagdad en Erbil. Ze leiden Iraakse en Koerdische strijdkrachten op, die vechten tegen terreurbeweging IS. Ook voeren Nederlandse F16’s bombardementen uit. In Irak zitten ongeveer 130 Nederlandse militairen.
Asscher en Hennis reisden in gezelschap van Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp en werden bijgepraat over de politieke en militaire situatie in Irak. De bewindslieden spraken ook met de Iraakse minister-president Haider al-Abadi en minister-president Nechervan Barzani van de Koerdische autonome regio in Noord-Irak.
Tentakels
Tijdens het bezoek stond vooral de voortgang in de strijd tegen IS centraal. ,,IS heeft de aanval geopend op onze manier van leven. De recente aanslagen laten zien dat de tentakels van dit veelkoppige monster niet alleen de regio, maar ook Europa hard kunnen raken”, liet minister Asscher weten.
IS heeft sinds mei vorig jaar geen grote offensieven meer uitgevoerd en staat in Irak onder toenemende druk, aldus Defensie. Voor Hennis is er echter nog geen reden tot juichen: ,,Hoewel IS aan de verliezende hand is, is het vermogen om te acteren nog niet gebroken.”
De bewindsvrouw opende in Bagdad nieuwe leslokalen voor Iraakse militairen, bekostigd met Nederlands geld.
10-01-2016 © ANP / Demet TV