Iemand die heeft gefraudeerd door onterecht bijstand te innen, mag geen boete opgelegd krijgen die niet ,,binnen redelijke termijn” kan worden opgehoest. Volgens de Centrale Raad van Beroep moet bij het vaststellen van de hoogte van een boete ook rekening worden gehouden met de draagkracht van de schuldige. Dat voorkomt dat diegene door de straf zeer langdurig op het absolute minimum moet leven.
Maandag werd uitspraak gedaan in een aantal zaken. Bij een daarvan hadden betrokkenen een bijstandsuitkering aangevraagd en daarbij niet gemeld dat zij tevens een tweede bankrekening hadden, waarvan kort daarvoor nog 22.000 euro was opgenomen. De gemeente had een boete opgelegd van bijna 7000 euro. Maar de raad vindt dat te veel. De boete is verlaagd tot 2510 euro. Het fraudebedrag van 7000 euro moet wel gewoon worden terugbetaald.
Bij een andere zaak ging het om een bijstandsgerechtigde die een hennepkwekerij was begonnen. Ook zijn boete werd verlaagd, van ruim 4600 euro naar 2340 euro.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op dit vlak. Hoger beroep is niet mogelijk.
11-01-2016 © ANP / Demet TV