Robert M. is maandag veroordeeld tot achttien jaar cel en tbs. De straf die de rechtbank de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak oplegde is vanwege verminderde toerekeningsvatbaarheid lichter dan de twintig jaar die justitie had geëist. Richard van O., de echtgenoot van Robert M., kreeg zes jaar en verplichte behandeling opgelegd. Het OM had tegen hem twaalf jaar cel geëist.
M. reageerde erg kwaad toen de rechter zei dat zijn eenmalige spijtbetuiging niet geloofwaardig was. Eerst gooide hij een beker water om, en schreeuwde hij ‘onzin’ en ‘klopt niet’. Hij zei dat hij weg wilde, maar dat liet de rechter niet toe. Later stak hij zijn middelvinger op.
De 28-jarige M. heeft bekend gedurende ongeveer vier jaar 87 zeer jonge kinderen te hebben misbruikt op de crèches waar hij werkte, bij hem thuis of op oppasadressen. Hij staat terecht voor 67 gevallen en wordt ook vervolgd voor het maken en verspreiden van kinderporno.
De rechtbank verwierp alle bezwaren die de verdediging had opgeworpen. De aanhouding van de verdachten en de doorzoeking van hun huis was rechtmatig, dus ook het bewijs, duizenden filmpjes en foto’s, dat daar is gevonden. Ook de bekentenissen gelden als bewijs, evenals de verklaringen van ouders en getuigen.
Zijn spijtbetuiging, de detentieomstandigheden en de media-aandacht zijn voor de rechtbank gezien de ernst van de feiten geen reden om de strafmaat te verlagen. Gedragsdeskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben vastgesteld dat M. hyperseksueel en narcistisch is, en verminderd toerekeningsvatbaar.
Toch was zijn gedrag ten dele een bewuste keuze, oordeelde de rechtbank, die evenals de experts wezen op het grote gevaar van herhaling. “Het onderzoek van het PBC is ondanks dat M. niet heeft meegewerkt valide en consistent”, aldus de rechter, die sprak van ‘overtuigende conclusies’.
De rechter wees in navolging van het OM op de geraffineerde en berekenende werkwijze van M. en de mogelijk grote gevolgen voor de slachtoffers en hun ouders. De manier waarop M. hun vertrouwen won was een truc, aldus de rechtbank, en de geboren Let was tot op zekere hoogte trots op zijn daden.
“De verbijstering over deze schokkende feiten is groot.” M. moet dan ook ‘zeer langdurig’ de cel in om de maatschappij te beschermen, onder meer als waarschuwing voor hemzelf en anderen. Om terug in de samenleving te komen is een ‘zeer intensieve’ begeleiding nodig.
Zijn man Van O. werd vrijgesproken als medepleger, maar veroordeeld voor medeplichtigheid. Hij wist vanaf het begin in 2006 van de aard en omvang van het misbruik, oordeelde de rechtbank, maar er was geen sprake van een nauwe samenwerking. Zijn rol was weliswaar faciliterend, maar ‘aanzienlijk’. “Hij heeft zijn echtgenoot geen strobreed in de weg gelegd.”
Ook hij is verminderd toerekeningsvatbaar en heeft volgens de rechtbank een afhankelijke persoonlijkheid. Hij moet zich onder behandeling laten stellen.
De misbruikte kinderen krijgen een vergoeding voor de immateriële schade. Hun ouders moeten voor een schadevergoeding naar de civiele rechter. De claims voor vergoeding voor de materiële schade werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat die te ingewikkeld zijn voor het strafrecht.
21 mei 2012, 12:04
© Demet TV