Categories Nieuws Artikelen

Kuzu (DENK) wil dat journalisten eed afleggen

Tunahan Kuzu van de politieke beweging DENK wil dat de eed wordt ingevoerd voor journalisten. Volgens Kuzu hebben journalisten “een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid” en zouden zij daarom ook een eed moeten afleggen. Dat laat de politieke leider van DENK zojuist in een persbericht aan Demet TV weten.

Verder is volgens Kuzu die zich beroept op een onderzoek van het CBS uit 2015 het vertrouwen dat mensen in Nederland hebben in instituties met betrekking tot de pers het allerlaagst. “Dit lage vertrouwen is kwalijk, omdat de media in ons publiek bestel een uitermate belangrijke rol hebben”, aldus Kuzu.

Lees hieronder het persbericht van DENK.

21-06-2016 © Demet TV

***

Wat hebben accountants, bankiers, rechters, advocaten, bestuurders, militairen, artsen en Kamerleden met elkaar gemeen? Allemaal hebben ze een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid en daarom leggen ze al dan niet wettelijk verplicht een eed af. In een dergelijke eed wordt onder andere trouw gezworen aan de beroepsintegriteit, plechtig beloofd dat men zijn of haar beroep te goeder trouw zal uitvoeren en bevestigd dat het beroep wordt beoefend vanuit het oogpunt van het algemene belang. In de geschiedenis kwam het afleggen van een dergelijke eed bij meer beroepen voor, zoals bij postbodes. Vandaag pleit Tunahan Kuzu (politiek leider van DENK), in navolging van hoogleraar journalistiek Jeroen Smit en de Britse schrijver George Monbiot, voor het instellen van een eed voor journalisten.

 Waarom?’, zult u zich in alle waarschijnlijkheid afvragen. Voor wie zou het goed zijn als journalisten een eed afleggen? Volgens Kuzu schort het aan vertrouwen in de media: “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het vertrouwen dat mensen in Nederland hebben in instituties (CBS, 2015) met betrekking tot de pers het allerlaagste is”.  De reden hiervoor ligt volgens Kuzu “deels in het feit dat bepaalde journalisten het niet zo nauw nemen met hun beroepsintegriteit, zoals bijvoorbeeld Perdiep Ramesar (een door de kantonrechter veroordeelde journalist die bronnen verzon)”, maar ook aan het feit “dat burgers door het internet in toenemende mate zelf in staat zijn informatie te vergaren en zo in zekere zin informatie die de media presenteren kunnen controleren”.

Dit lage vertrouwen is kwalijk, omdat de media in ons publieke bestel een uitermate belangrijke rol hebben. Tunahan Kuzu zegt hierover: “In een volwassen en goed functionerende parlementaire democratie is een onafhankelijke, scherpe en goed functionerende media onontbeerlijk. Het is een absolute voorwaarde, want een goed functionerende media informeert, agendeert, controleert en emancipeert. Het is een absolute must voor onze democratie dat men erop kan vertrouwen dat deze functies te goeder trouw worden uitgevoerd”.

Daarom pleit Tunahan Kuzu, zoals voor hem ook hoogleraar Jeroen Smit en de Britse schrijver George Monbiot dat deden, nu voor een journalistieke eed. Kuzu: “Helaas is de handschoen die eerder is aangereikt door hoogleraar Smit niet opgepakt door de beroepsgroep. Zelfregulering en het trouw zweren aan beroepsethiek en -integriteit zal het vertrouwen in de media vergroten. Hier is niet mee gezegd dat álle media niet te vertrouwen zijn, maar het zou kunnen helpen om de schijn van wantrouwen, die blijkens onderzoek bij een hoop mensen leeft, te voorkomen. En dat is uitermate belangrijk voor onze parlementaire democratie”.