Het toezicht op het aftappen van computergegevens en mobiele telefoons door de veiligheidsdiensten is in een nieuw wetsvoorstel onvoldoende geregeld, vindt de Raad voor de Rechtspraak. De koepelorganisatie van rechters uit dinsdag kritiek op het voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daarin wordt het onafhankelijk toezicht op het onderscheppen van data van verdachte burgers door de veiligheidsdiensten straks geregeld.
De oude inlichtingenwet is van 2002. Door technologische ontwikkelingen voldoet die niet meer. De bulk van de informatie, zoals telefonie, internet, e-mail en apps loopt tegenwoordig online. Volgens het kabinet is de nieuwe wet nodig om de diensten AIVD en MIVD hun taken goed te kunnen laten uitvoeren. Als daarvoor aanleiding voor is, kan bijvoorbeeld worden beslist om telefoonverkeer tussen Syrië en Nederland af te tappen, om zo Syriëgangers op te sporen.
Bevoegdheden
Niet duidelijk is wie in het wetsvoorstel het laatste woord heeft bij dat toezicht op de veiligheidsdiensten, stelt de Raad voor de Rechtspraak. De vraag is hoe een bewindsman zijn bevoegdheden en ministeriële verantwoordelijkheid kan waarmaken, als een onafhankelijke toezichtcommissie bindende adviezen aan de minister geeft.
Daarnaast is er kritiek op de bevoegdheden van de toetsingscommissie. Die kan alleen de rechtmatigheid van het tappen beoordelen, maar krijgt geen toegang tot de verkregen informatie. De Raad voor de Rechtspraak vraagt zich af of die toetsing wel kan plaatsvinden zonder dat de commissie weet waar het over gaat.
De kritiek volgt op eerdere opmerkingen van de Raad van State, die eind oktober twijfels uitte over de effectiviteit van het toezicht op de nieuwe bevoegdheden.
22-11-2016 © ANP