De Tweede Kamer heeft donderdag het raadgevend referendum weggestemd. Regeringspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie én oppositiepartij SGP steunen de afschaffing. De rest van de oppositie is tegen en heeft zich fel verzet.
In totaal 76 Kamerleden stemden voor afschaffing en 69 tegen. Ook een referendum over de afschaffing zelf komt er niet meer. De complete oppositie inclusief de SGP had dit nog wel mogelijk willen maken.
De SGP is tegen referenda, maar vindt de manier waarop minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken de afschaffing doordrukt staatsrechtelijk ,,niet zuiver” is. Ollongren trekt de wet met terugwerkende kracht in.
Bang voor mening
Tijdens de voorafgaande debatten kraakten de oppositiepartijen de argumenten om het raadgevend referendum af te schaffen. SP en PVV zeggen bijvoorbeeld dat het gebeurt omdat de regering bang is voor de mening van de burgers.
Vooral minister Ollongren en haar partij D66 kregen er van langs. Het raadgevend referendum kwam er mede dankzij D66, maar die schaft het nu af. Volgens D66-Kamerlid Rob Jetten is het referendum niet het goede instrument gebleken om de democratie te versterken. De andere coalitiepartijen, VVD, CDA en ChristenUnie, waren al tegen.
Slechts één keer in praktijk gebracht
Sinds het raadgevend referendum bestaat is het maar één keer in de praktijk gebracht. Dat was in 2016, toen een meerderheid tegen het Oekraïne-verdrag stemde. Politiek Den Haag was allesbehalve gelukkig met die uitkomst. Er komt nog wel een referendum over de ‘aftapwet’, die de inlichtingendiensten meer mogelijkheden geeft om dataverkeer via de kabel te onderscheppen.
Tegenstanders van afschaffing van de zogeheten wet-Hillen proberen ook nog een referendum af te dwingen, maar het is nog de vraag of zij genoeg steun verzamelen.
De Eerste Kamer moet zich nog over de afschaffing buigen. Ook daar heeft de regeringscoalitie de kleinst mogelijke meerderheid.