Tot 2025 neemt het aantal huishoudens in Nederland met 630 duizend toe tot 8,2 miljoen. Het overgrote deel van die stijging komt voor rekening van alleenwonenden. Dat zijn er nu nog 2,8 miljoen en over twaalf jaar is dat gestegen naar 3,3 miljoen, verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Ook de toename van het aantal paren draagt bij aan de groei, maar in mindere mate. Hun aantal neemt toe naar 4,3 miljoen in 2025. Dat zijn er 150 duizend meer dan begin dit jaar. Het aantal alleenstaande ouders stijgt in die periode licht tot 540 duizend.
Op de langere termijn verwacht het CBS alleen groei in het aantal eenpersoonshuishoudens. In 2060 telt Nederland naar verwachting 3,8 miljoen alleenwonenden. Dan bestaat 44 procent van de huishoudens uit één persoon, nu is dat nog 37 procent.
De toename van het aantal alleenwonenden komt vooral voor rekening van alleenwonende 65-plussers. “Meer ouderen betekent meer weduwen en weduwnaars”, legt het CBS uit. Ook daalt het aantal ouderen dat in een instelling woont, waardoor er dus meer afzonderlijk wonen. Tot 2025 komt driekwart van de toename van het aantal alleenwonenden voor rekening van de 65-plussers. In de jaren is deze groep verantwoordelijk voor de gehele groei.
Verder is het voor jongeren tegenwoordig normaal om eerst een tijd alleen te wonen voordat zij gaan samenwonen en eindigen relaties vaker in een scheiding. Dat leidt allebei ook tot een toename van het aantal huishoudens.
23 april 2013, 10:18
© [Copyright 2013 Novum]