Het aantal Nederlanders met een lage taalvaardigheid is de afgelopen jaren toegenomen. De afgelopen zeventien jaar steeg het percentage laaggeletterden van 9,4 naar twaalf procent. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd internationaal onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Aan het onderzoek deden 5100 Nederlanders van 16 tot 65 jaar mee.
Laaggeletterden zijn volgens de onderzoekers mensen die in het dagelijks leven moeite hebben met het gebruik van taal. “Hun taalvaardigheid beperkt zich tot het lezen van eenvoudige teksten”, vertelt een woordvoerder van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs, dat het onderzoek in Nederland uitvoerde. “Ze hebben moeite met lange en ingewikkelde teksten.” De toename wordt onder meer verklaard met de vergrijzing. “Hoe ouder je wordt, des te lager je taalniveau.”
De grootste groep laaggeletterden vormen oudere allochtonen met een middelbaar opleidingsniveau. In totaal vormen zij 45 procent van die groep, zo’n 540 duizend mensen. Daarnaast vormen 120 duizend autochtone en 108 duizend allochtone niet-werkende lager opgeleiden twee relatief grote groepen binnen de laaggeletterden.
In vergelijking met andere landen heeft Nederland relatief weinig laaggeletterden. Nederland neemt voor excellente taalvaardigheden samen met Australië de derde plaats in, na Japan en Finland.
Ook op andere vaardigheden scoort Nederland internationaal gezien goed. Samen met vier andere landen is Nederland tweede op het gebied van rekenvaardigheid bij volwassenen. Wat betreft probleemoplossend vermogen staat Nederland samen met vier anderen op een derde plek. Het onderzoek werd het afgelopen jaar in 24 landen uitgevoerd.
2013-10-08 14:50