Het aantal geweldsincidenten tegen politieagenten is vorig jaar gestegen met tien procent. Het percentage agenten dat te maken had met agressie en geweld steeg van 51 in 2011 naar 61 in 2012, blijkt uit een onderzoek dat minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De meest voorkomende vormen van agressie en geweld waarmee politiepersoneel te maken heeft zijn intimidatie (van 45 naar 49 procent) en lichamelijk geweld (van 42 naar 48 procent). Pesten (van 19 naar 22 procent) en seksuele intimidatie (van zes naar acht procent) komen minder vaak voor.
In totaal had ruim een op de drie werknemers met een publieke taak (36 procent) te maken met agressie en geweld. Dat percentage wijkt nauwelijks af van de 35 procent uit 2011. Deze ‘stabilisatie’ volgt op een periode van significante daling tussen 2009 en 2011.
En hoewel er bij de politie meer geweld voorkomt, neemt het aantal slachtoffers juist af in het stads- en streekvervoer (van 64 naar zestig procent). In het openbaar bestuur hebben vooral burgemeesters en wethouders te maken met een toename van agressie en geweld. Onder burgemeesters was er een stijging van vijftig procent in 2010 naar 61 procent in 2012.
Plasterk vindt agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak onacceptabel. Hij blijft streven naar een daling van het aantal incidenten. Daarvoor is onder meer het programma Veilige Publieke Taak in het leven geroepen. Ook is het al jaren een speerpunt van kabinetsbeleid.