Asielaanvragen van homoseksuele vluchtelingen moeten voortaan anders worden beoordeeld. Van hen mag niet worden verlangd dat ze zich terughoudend opstellen bij terugkeer in hun land van herkomst om eventuele vervolging vanwege hun geaardheid te voorkomen. Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald.
Alleen een beoordeling van de verklaring van de vreemdeling over gebeurtenissen in het land van herkomst is niet meer genoeg, aldus de raad. Voortaan moet ook onderzoek gedaan worden naar de manier waarop de vreemdeling bij terugkeer in zijn land van herkomst invulling zal geven aan zijn homoseksualiteit en of dat risico op vervolging oplevert.
Drie homoseksuele mannen uit Senegal, Uganda en Sierre Leone waren naar hoogste bestuursrechter gestapt omdat hun een asielvergunning geweigerd was. Zij willen asiel in Nederland omdat ze vrezen in hun land van herkomst te worden vervolgd vanwege hun seksuele geaardheid.
De drie kregen geen asiel omdat het feit dat hun homoseksualiteit voor problemen kan zorgen in hun vaderland, volgens toenmalig minister voor Asiel Gerd Leers (CDA) niet voldoende was voor een aanvraag. De rechtbank in Haarlem stelde de minister in het gelijk.
De Raad van State had de zaak eerder voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie. Dat bepaalde vorige maand dat vluchtelingen die het risico lopen in hun thuisland te worden opgesloten omdat ze homoseksueel zijn op basis hiervan asiel kunnen krijgen in Europa.
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) moet een nieuwe beslissing nemen over de asielaanvragen van de drie mannen. Hij moet daarvoor onder meer onderzoeken of homoseksualiteit in het land van herkomst strafbaar is en hoe regelgeving in de praktijk wordt toegepast of uitgewerkt. Ook moet hij nagaan of homoseksuele vreemdelingen in hun land van herkomst bescherming kunnen vragen van de overheid.
De uitspraken van de raad hebben ook gevolgen voor de manier waarop Teeven asielaavragen van lesbiennes, bi-, trans- en interseksuelen moet beoordelen.
2013-12-18 11:08