Vergaderingen van de gemeenteraad zijn voor de gemiddelde burger moeilijk te volgen. Dat stellen raadsgriffiers donderdag in een onderzoek door het Nederlands Debat Instituut is samenwerking met de Vereniging van Griffiers. Aan de peiling deed ruim een kwart van de in totaal 403 raadsgriffiers mee.
Meer dan tachtig procent van de ondervraagden vindt dat raadsleden moeilijke woorden gebruiken, in ambtenarenjargon blijven hangen en te veel afkortingen gebruiken die burgers boven de pet gaan. “Maar we horen ook dat raadsleden simpelweg slecht verstaanbaar zijn”, zegt onderzoeker Joost Hoebink van het Nederlands Debat Instituut.
De helft van de ondervraagden vindt dat er tijdens de vergaderingen niet of nauwelijks wordt gedebatteerd. Als er al spreekwoordelijke degens worden gekruist, dan is dat niet met andere partijen, maar vooral met het college van burgemeester en wethouder.
Vaak gaat het volgens Hoebink mis bij de leiding van het debat, die in handen is van de burgemeester: “Die maakt meestal niet goed duidelijk in welke fase het besluitvormingsproces zich bevindt. De burgemeester zou eigenlijk een soort gastheer moeten zijn die zaken toelicht voor de mensen op de publieke tribune of mensen die thuis via internet zitten te kijken.”
Een kwart van de ondervraagde griffiers vindt dat een speciaal daarvoor gekozen raadslid de vergaderingen moet voorzitten. “Die persoon heeft dan legitimiteit, net als de voorzitter van de Tweede Kamer. De kans is groot dat dan de kwaliteit van het debat toeneemt”, zegt de onderzoeker. “De burgemeester hoeft dan niet langer met twee petten op te zitten, want naast voorzitter heeft hij natuurlijk ook een portefeuille net als de wethouders.”
Overigens heeft de helft van de griffiers geen problemen met de burgemeester al debatleider. Een kwart antwoord neutraal op de vraag wie een vergadering moet leiden.
2014-01-16 12:19