De Rotterdamse scholengemeenschap Ibn Ghaldoun had alerter moeten reageren op signalen over examenfraude op de school. Dat stelde de officier van justitie woensdag in haar requisitoir. Het gaat volgens justitie te ver om te stellen dat de school de diefstal in de hand heeft gewerkt.
“Het is niet aannemelijk geworden dat leraren ervan wisten”, zei de officier. “Maar er waren wel signalen. Het gerommel op het dak, de moeilijk open te maken pakketten met examens. En dan was er nog de melding van een leerling uit de tweede klas over zijn broer die een natuurkunde-examen in bezit had.”
De officier wees er ook op dat het grootste deel van de examens is gestolen in de meivakantie. De school was toen voor examentrainingen open, maar daarbij was onvoldoende toezicht. De dieven konden daardoor gemakkelijk hun slag slaan. “De school heeft geen rekening gehouden met diefstal door leerlingen.”
De geschiedenis van de islamitische scholengemeenschap wordt volgens justitie gekenmerkt door incidenten. Er waren problemen met de financiën, de huisvesting en de kwaliteit van het onderwijs was ondermaats. “Maar er zat een stijgende lijn in.” De diefstal vond juist plaats in een periode dat de school een positieve ontwikkeling doormaakte, aldus de officier.
De school is inmiddels failliet. En daar hebben de verdachten aan bijgedragen, zei de officier. “De school die ze een warm hart toedragen is er niet meer. Ze hebben ertoe bijgedragen dat hun broertjes en zusjes een andere school moesten zoeken.”
Justitie formuleert later op de dag de strafeis tegen de elf verdachten in het proces over de grootste examenroof uit de Nederlandse geschiedenis.
2014-01-29 11:04