De politie vreest een toestroom aan agenten die zich beklagen over een posttraumatische stressstoornis (PTSS). De politie verwacht straks jaarlijks 1500 tot 2500 agenten van wie wordt vermoed dat ze PTSS hebben door te verwijzen voor behandeling, meldt het televisieprogramma Zembla donderdag.
Het aantal agenten met PTSS ligt vele malen hoger dan tot nu toe werd aangenomen, zegt korpschef van de Nationale Politie Gerard Bouman volgens het programma. Concrete cijfers van hoe groot het probleem eerder werd ingeschat en hoe groot het probleem nu blijkt te zijn kunnen volgens een woordvoerder van het programma echter niet worden gegeven.
“Ik ben ervan overtuigd dat er ook gevallen zijn die, omdat er te weinig aandacht voor was, als een soort dark number niet meegenomen zijn in de telling”, zegt Bouman in de aflevering die donderdagavond wordt uitgezonden. Het te verwachten aantal agenten met PTSS is volgens hem ‘echt veel te veel’.
Hoogleraar psychiatrie Berthold Gersons concludeerde eerder dat zeven procent van alle agenten aan PTSS lijdt. Op een totaal van zestigduizend agenten zijn dat er dus meer dan vierduizend. Bouman waarschuwt dat PTSS kan leiden tot een ‘kort lontje’, wat niet gewenst is bij mensen die de veiligheid moeten bewaken.
Sinds vorig jaar kan PTSS bij de politie worden erkend als beroepsziekte. Een speciale adviescommissie begon vorige maand met de behandeling van 320 dossiers van agenten met PTSS. De commissie beoordeelt of zij de stoornis door hun werk hebben opgelopen en of dus kan worden gesproken van een beroepsziekte. De voorzitter van de commissie, Marten La Haye, zegt volgens Zembla niet te weten wanneer de dossiers zijn afgehandeld en hoeveel dossiers de commissie jaarlijks te verwerken krijgt.
Gersons is kritisch op de werkwijze van de commissie, omdat die agenten ‘door de molen haalt’. Agenten met PTSS moeten toelichten welke incidenten trauma’s hebben veroorzaakt, vervolgens wordt hun verhaal geverifieerd bij de eenheid waar de agent werkzaam was. “Het is een bestuurlijk gedrocht”, stelt Gersons.
De hoogleraar adviseerde in een onderzoek in opdracht van minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) een leidinggevende psycholoog in de politietop te zetten om zo de psychische zorg binnen de politie te verankeren. Dat is echter nog niet gebeurd. Korpschef Bouman wijst erop dat de reorganisatie nog volop gaande is en dat hier nog geen tijd voor is geweest. Dat is volgens hem ook de reden dat er nog geen centrale arbodienst is.
Hoogleraar Gersons waarschuwt ook voor het medicijngebruik dat bij veel agenten met PTSS komt kijken. Van de duizend agenten die vorig jaar bij de politiepoli waren aangemeld met PTSS krijgt 36 procent medicatie voor psychische klachten. “Je rijvaardigheid en je reactievermogen worden er gewoon door beïnvloed en je raakt eraan verslaafd. Dat is écht een veiligheidsrisico.” Volgens de hoogleraar wordt hier slordig mee omgegaan.