Migranten en met name migrantenjongeren worden zwaar getroffen door de economische crisis. Dat blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2013 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat dinsdag wordt gepresenteerd. De werkloosheid onder migranten is met zestien procent ruim drie keer zo hoog als bij autochtone Nederlanders, van wie vijf procent werkloos is.
Vooral de werkloosheid onder jongeren is sinds het begin van de crisis in 2008 snel toegenomen. Van de migrantenjongeren tussen de 15 en 24 jaar is 28 procent werkloos tegenover tien procent van de autochtone jongeren.
Na het afronden van een opleiding hebben migrantenjongeren het moeilijk om een baan te vinden. Anderhalf jaar na het behalen van een diploma heeft negentien procent van de mbo’ers en vijftig procent van de hbo’ers uit deze groep nog altijd geen baan. Onder Nederlandse jongeren ligt dat percentage met respectievelijk vijf en zes procent een stuk lager.
De jongeren zijn volgens de onderzoekers extra kwetsbaar omdat ze vaak een flexibel contract hebben. Ruim twee derde van de werkende migrantenjongeren heeft een flexibele baan. Bij autochtone jongeren is dit ongeveer de helft. De laatste jaren neemt het aantal flexibele banen steeds verder toe, zowel bij recent afgestudeerde jongeren als jongeren zonder diploma, zo aldus het SCP.
Mensen van Marokkaanse komaf hebben het volgens het rapport het zwaarst van de vier grote niet-westerse groepen in Nederland. In vergelijking met de Turkse groep hebben zijn minder vaak betaald werk, zijn ze vaker werkloos en afhankelijker van bijstandsuitkeringen. Ook de aansluiting tussen school en werk verloopt moeizaam. Zo is de werkloosheid bij recent afgestudeerde Marokkaanse jongeren op alle onderwijsniveaus het hoogst.
2014-03-10 19:11