VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra blaast liever de samenwerking met de oppositie op dan dat inkomens verder worden gelijkgetrokken. “Het hoeft niet erg te zijn als er geen akkoord komt”, zegt hij zaterdag in een interview in het AD waarin hij vooruitblikt op de komende begrotingsonderhandelingen.

Het kabinet kondigde deze week een arbeidskorting aan voor inkomens tussen de veertigduizend en 110 duizend euro. Daar is zo’n vijfhonderd miljoen euro mee gemoeid. Dat moet uit meevallers worden betaald.

Oppositiepartijen die het kabinet in de Eerste Kamer aan een meerderheid helpen pleitten daarop voor een belastingverlaging voor de inkomensgroepen onder de veertigduizend euro. Maar Zijlstra ziet dat niet zitten. “Dat is wéér nivelleren. Ik ben gewoon klaar met nivelleren”, zegt hij in de krant. “Als er al extra lastenverlichting komt, moet het voor iedereen zijn. En niet alleen voor de lagere inkomens.”

Het hoeft volgens Zijlstra niet erg te zijn als bijvoorbeeld D66, ChristenUnie en SGP hun steun in de Eerste Kamer terugtrekken. “Als wij er niet uitkomen, is het niet afgelopen met het kabinet. Dan is er misschien even geen akkoord op een bepaald punt, maar de begroting blijft in orde. We hoeven niet extra te bezuinigen. Dat is het verschil met vorig jaar.”

Wel staat het bestaansrecht van de Eerste Kamer volgens Zijlstra ter discussie. “De Eerste Kamer is nu een kopie van de Tweede Kamer geworden.” Om het land bestuurbaar te houden, zou er iets moeten gebeuren. “Ik heb geen concrete voorstellen, maar ik wil dat een commissie van wijzen gaat kijken naar het functioneren van de Kamers en alle adviesorganen die daar omheen hangen. Voldoet het nog aan de eisen van de tijd?”

Die discussie moet volgens Zijlstra niet te lang worden uitgesteld. “Het kraakt en piept aan alle kanten. Iedereen ziet dat de houdbaarheidsdatum in zicht is.”

 2014-04-05