Wie geen Nederlands spreekt en weigert de taal te leren, raakt binnen een jaar zijn bijstandsuitkering kwijt. Dat staat in een wetsvoorstel dat staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma (PvdA) naar de Raad van State heeft gestuurd, bevestigt een bron in Den Haag.

De wet is een afzwakking van een afspraak uit het regeerakkoord. Daarin stond nog dat mensen in de bijstand de Nederlandse taal volledig moeten beheersen. Dat bleek volgens internationaal recht niet haalbaar.

In het voorstel met de naam Geen Nederlands, Geen Bijstand staat dat mensen die een bijstandsuitkering willen krijgen basaal Nederlands moeten kunnen spreken. “Werkgevers zullen bijvoorbeeld niet graag iemand aannemen die niet weet hoe je op de werkvloer om een schroevendraaier moet vragen”, zegt de ingewijde.

Het niveau dat wordt vereist is volgens de bron vergelijkbaar met het niveau dat wordt verlangd bij de inburgering. Bij twijfel kunnen gemeenten toetsen of iemand die bijstand aanvraagt Nederlands spreekt. Wie de taal niet spreekt, wordt verplicht de taal te leren.

Mensen die dat weigeren, worden direct twintig procent op hun uitkering gekort. Als iemand na een halfjaar verwijtbaar nog geen vordering heeft gemaakt, wordt hij veertig procent gekort. Na een jaar verliest iemand zijn hele uitkering. Klijnsma wil op deze manier de kans op werk vergroten en de integratie in Nederland bevorderen.