Van donderdag tot en met zondag gaan alle EU-landen naar de stembus om een nieuw Europees Parlement te kiezen. Hier volgen tien punten om op te letten.
– De verkiezingen duren vier dagen. Veel andere landen stemmen traditiegetrouw op zondag, terwijl in onder meer Nederland verkiezingen juist altijd vallen op een doordeweekse dag. Nederland stemt samen met Groot-Brittannië als eerste, op donderdag. Donderdagavond mogen geen officiële uitslagen worden gepubliceerd. Dat mag pas op zondagavond vanaf 23.00 uur. In Nederland komt er donderdagavond wel een exitpoll, om 21.00 uur. Omdat dat de allereerste indicatie van de uitslag is, zullen in heel Europa veel ogen op Nederland zijn gericht.
– Nederland krijgt straks 26 van de 751 zetels in het Europees Parlement. Volgens de laatste peiling van Maurice de Hond maken drie partijen de kans de grootste te worden: D66, PVV en CDA. De PVV kan voor het eerst de grootste worden als Geert Wilders erin slaagt genoeg kiezers ertoe te bewegen te gaan stemmen.
– Voor de PvdA, nu nog met drie zetels in het Europees Parlement, dreigt opnieuw verlies, met alle gevolgen van dien voor de toch al wankel geworden positie van partijleider Diederik Samsom. De SP, nu met twee zetels vertegenwoordigd, lijkt te gaan profiteren.
– Over heel Europa bezien vechten de sociaaldemocraten en de christendemocraten om de eerste plaats. De liberalen moeten naar verwachting flinke verliezen nemen, vooral in Duitsland en Groot-Brittannië. Ook de Groenen staan op verlies. De eurokritische ‘kleinlinkse’ groep GUE-NGL, waar de SP bij zit, rekent op winst.
– Veel aandacht gaat uit naar de PVV en andere rechts-populistische partijen die na de verkiezingen mogelijk een blok gaan vormen in het Europees Parlement. Of dat blok er komt, hangt er onder meer van af of alle beoogde partners een zetel halen. Een van de voorwaarden voor het vormen van een fractie is dat partijen uit minstens zeven landen meedoen. Bij enkele partijen lijkt dat niet zeker: het Vlaams Belang, de Zweedse Democraten en de Slowaakse partij SNS halen mogelijk de kiesdrempel niet.
– Ook andere partijen, zoals de Vlaams-nationalistische N-VA, het nieuwe centrumlinkse Potami in Griekenland en de Partij voor de Dieren, moeten nog politiek onderdak vinden. De fracties moeten worden gevormd in de weken na de verkiezingen.
– Bij enkele Nederlandse partijen hopen kandidaten op een onverkiesbare plaats toch te worden gekozen met voorkeurstemmen. Bij het CDA is dat het voormalige Kamerlid Annie Schreijer-Pierik, nummer 25 op de lijst en bijgenaamd ‘de koningin van Twente’. De PvdA heeft Sander Terphuis, asielactivist en luis in de pels van partijleider Diederik Samsom. Bij 50Plus staat het gevallen boegbeeld Henk Krol onder aan de lijst.
– Het Europees Parlement wordt gekozen sinds 1979. Tot nu toe is de opkomst in Nederland bij elke verkiezingen lager. De vorige keer in 2009 maakte 36,8 procent van de kiezers de gang naar de stembus. In heel Europa was dat 43 procent. Ter vergelijking: bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer was de opkomst 74,6 procent.
– Na de verkiezingen begint de stoelendans rondom de Europese topfuncties. De grote Europese blokken hebben ieder een kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie naar voren geschoven. Het idee is dat het grootste blok de nieuwe voorzitter levert: dat wordt de sociaaldemocraat Martin Schulz of de christendemocraat Jean-Claude Juncker. De nieuwe voorzitter van de Commissie wordt echter benoemd door de regeringsleiders, en of zij zich in deze gang van zaken kunnen vinden moet nog blijken. Dinsdag komen de regeringsleiders bijeen om de zaak te bespreken.
– Ook de overige posten in de Europese Commissie moeten worden verdeeld. De Nederlandse kandidaat wordt als gevolg van een afspraak in de coalitie een PvdA’er, ondanks het dreigende verlies van die partij. Namen die worden genoemd zijn die van minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA). Na de zomer moet het parlement de nieuwe Europese Commissie goedkeuren.
2014-05-21