Burgemeesters willen weer inzicht krijgen in de klachten over het gedrag van agenten. De afhandeling daarvan zou namelijk niet meer onafhankelijk zijn sinds de komst van de nationale politie. Dat schrijft de Volkskrant vrijdag. Volgens de krant hebben de tien burgemeesters die aan het hoofd staan van de regionale eenheden, minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie (VVD) een brief geschreven over de kwestie.
Tot de komst van de nationale politie in 2013 beoordeelden de burgemeesters als korpsbeheerder ernstige klachten. Na de reorganisatie bij de politie doen politie- en korpschefs dat zelf. Een klachtencommissie geeft hen een niet-bindend advies.
Burgemeester van Den Haag Jozias van Aartsen zegt tegen de Volkskrant niet gelukkig te zijn met de nieuwe werkwijze. “Die gaat uit van een interne afhandeling door de politie. De onafhankelijkheid moet beter worden gewaarborgd.”
De burgemeesters stellen dat ze tegenwoordig minder goed weten wat er speelt tussen politie en burgers. Eigenlijk moeten ze een afschrift van elke klacht krijgen, zodat ze advies kunnen geven. Maar volgens Van Aartsen gebeurt dat in de praktijk niet vaak.
“De klachtenbehandeling is goed ingebed in wet- en regelgeving”, zegt een woordvoerder van Opstelten tegen de krant. “Als de politiechef afwijkt van het advies van de klachtencommissie, moet hij toelichten waarom. Wel heeft de minister de Tweede Kamer toegezegd de voorzitters van de onafhankelijke klachtencommissies zelf te gaan benoemen.”