Zo’n twintigduizend asielzoekers die dankzij het generaal pardon in Nederland mogen blijven, kunnen geen Nederlander worden. Deze zogenoemde pardonners kunnen niet aan de verscherpte regels voor naturalisatie voldoen, terwijl ze daarvan eerder waren vrijgesteld. De overheid maakt hierdoor tweederangsburgers, schrijft Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) vrijdag in een rapport.
De pardonners moeten als ze Nederlander willen worden een paspoort of geboorteakte overleggen. Veel van hen hoefden dit tijdens hun asielaanvraag echter niet, omdat het voor veel mensen onmogelijk was een dergelijk papiertje te overleggen, aldus Vluchtelingenwerk. Daarom werden zo’n 27 duizend asielzoekers die voor 2001 asiel had aangevraagd daar in 2007 van vrijgesteld.
De asielzoekers zouden vijf jaar na hun pardon mogen naturaliseren. In 2009 wijzigde het beleid voor naturalisatie, waardoor toch weer een paspoort of geboorteakte nodig is om Nederlander te worden. “Nu de pardonners willen en mogen naturaliseren, houdt de overheid voet bij stuk, wetende dat deze mensen dan nooit volwaardig lid van de Nederlandse samenleving kunnen worden”, aldus Vluchtelingenwerk.
Volgens de organisatie hebben de pardonners grote moeite met hun status. Ze komen moeilijk aan een baan, hebben problemen met het afsluiten van een hypotheek of een telefoonabonnement en het niet kunnen overleggen van een paspoort roept bij werkgevers vragen op. “Nu krijgen ze op talloze momenten het signaal dat zij er niet bij horen”, aldus Vluchtelingenwerk, die de groep asielzoekers typeert als ’tweederangsburgers’.
Vluchtelingenwerk heeft de situatie bij staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) aangekaart, meldt dagblad Trouw vrijdag. Volgende week staat een overleg in de Tweede Kamer over de kwestie gepland.
2014-10-24