Als de basisbeurs wegvalt, heeft dat voor universitaire studenten ongeveer dezelfde invloed op het latere inkomen als voor hbo-studenten. Wo’ers lenen gemiddeld vijftig procent meer, maar compenseren dat na hun studie met een hoger inkomen. Dat is een van de conclusies uit een rapport van het Centraal Planbureau (CPB), dat op aanvraag van het CDA de effecten van het voorgenomen sociaal leenstelsel doorrekende.
Doordat een hogere studieschuld doorgaans gepaard gaat met een hoger salaris na de studie, is per saldo sprake van ongeveer gelijke terugbetaalpercentages en gelijke inkomenseffecten, schrijft het CPB in het rapport.
Dat geldt niet voor het verschil tussen studenten die op zichzelf wonen en studenten die bij hun ouders wonen. Uitwonende studenten lenen ongeveer vijftig procent meer dan thuiswonende studenten en zullen hun terugbetaalpercentage als de wijziging doorgaat met vijf procentpunt zien dalen omdat hun schulden hoger zijn door het afschaffen van de basisbeurs.
Het afschaffen van de basisbeurs scheelt thuiswonende studenten over de hele studietijd gemiddeld 4800 euro. Uitwonende studenten lopen 13.400 euro mis. Het CPB baseert de schattingen op de veronderstelling dat studenten twee derde van de weggevallen beurs bijlenen.
UPDATE:
De Tweede Kamer heeft dinsdag zoals verwacht ingestemd met het nieuwe leenstelsel voor studenten in het hoger onderwijs. Tijdens de behandeling vorige week scherpten coalitiepartijen VVD en PvdA samen met D66 en GroenLinks nog enkele kleine zaken aan, maar op een manier waarmee minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) goed verder zegt te kunnen.
SP, CDA, PVV, ChristenUnie en de Partij voor de Dieren hekelden de fors hogere schuld die studenten vanaf september volgend jaar gaan opbouwen. Omdat de basisbeurs als gift wordt afgeschaft moeten studenten meer gaan lenen. Bussemaker denkt echter niet dat het hoger onderwijs minder toegankelijk wordt door het studievoorschot.
2014-11-11