De vrijheid van meningsuiting moet de hoofdmoot worden bij het inburgeringsexamen dat nieuwkomers in Nederland moeten afleggen. Migranten in spe moeten ervan doordrongen zijn dat de vrijheid om te zeggen wat je vindt de ruggengraat is van onze samenleving. VVD’er Malik Azmani zal dat donderdag zeggen in een debat met integratieminister Lodewijk Asscher in de Tweede Kamer.
Ook CDA’er Pieter Heerma zal aandringen op aanscherping van de inburgering. Hij wil dat de taaleisen bij het basisexamen in het land van herkomst nog strenger worden.
Volgens Azmani hangt de vrijheid van meningsuiting er nu maar zo’n beetje bij in het inburgeringsexamen. Het onderwerp komt pas aan bod na zaken als het gescheiden inzamelen van afval en het bestaan van vakbonden. Wat de VVD’er betreft wordt het vrije woord de ‘kapstok’ van het examen. Nieuwkomers moeten volgens hem doordrongen zijn van de betekenis ervan. “Ze moeten de vrijheid van meningsuiting niet alleen respecteren, maar omarmen en in hun vingers krijgen. Willen ze dat niet, dan moeten ze zich afvragen of ze wel willen leven in deze samenleving.”
Volgens de Azmani is zijn pleidooi niet los te zien van de recente aanslagen in Parijs en het Belgische Verviers. “Dat waren aanslagen op onze vrijheid.” Maar hij verwijst ook naar onderzoek waaruit blijkt dat voor migranten zaken als het weer in Nederland een belangrijker factor is dan onze normen en waarden.
Heerma wijst erop dat de inburgeringstoets die migranten in het land van herkomst moeten afleggen in 2011 strenger zijn geworden. Volgens Asscher zijn de resultaten zeer positief. Huwelijks- en gezinsmigranten spreken de taal beter en komen beter voorbereid naar Nederland. Volgens Heerma zouden de taaleisen nog verder opgeschroefd moeten worden. Dat is in het belang van de migrant. Bovendien is het in het regeerakkoord aangekondigd, onderstreept de CDA’er.
2015-01-22